fix bar
fix bar
fix bar
fix bar
fix bar
fix bar

Schoolgids 2024-2025

1. Voorwoord CBS De Regenboog

De basisschool bepaalt voor een behoorlijk deel het verloop van een mensenleven. 
In de loop van de jaren vertrouwt u uw kind(eren) heel wat uren toe aan de zorg van de juffen en meesters. Een basisschool kiest u dan ook met zorg.

De Regenboog maakt deel uit van de stichting Christelijke Scholengroep De Waard (CSG De Waard). De missie van onze school is dezelfde als die van onze stichting: wij gaan voor bijzonder goed onderwijs. Bijzonder omdat wij een christelijk geïnspireerde school zijn en goed omdat wij ons inzetten voor kwalitatief goed onderwijs. 

In de Bijbel wordt de regenboog gezien als een teken van de trouw van God: Hij laat ons niet in de steek. Daarnaast laten de verschillende kleuren van de regenboog zien dat er onderling veel verschillen kunnen zijn, maar dat al die verschillen samen één mooi geheel vormen. Zo’n veelkleurig geheel is onze school: geen kind kan gemist worden.

Kijk eens naar de regenboog:
zie jij het soms gebeuren
dat van de zeven kleuren, 
bijvoorbeeld rood of groen,
er één niet mee mag doen?
Nee, de één staat naast de ander 
en ze zijn, zoals je ziet,
steeds verbonden met elkander. 

Ieder jaar verandert er wel iets op school. De school stelt jaarlijks een nieuwe versie van de schoolgids vast (art. 16 lid 2 WPO en art. 24a 1 WVO). De oudergeleding van de medezeggenschapsraad praat mee over de vaststelling van de schoolgids. Op dit moment bekijkt u onze schoolgids 2024-2025. Alle overige informatie die verder voor u van belang is, zoals roosters, activiteiten, data en contactpersonen wordt op de schoolwebsite https://deregenboogzb.csgdewaard.nl geplaatst.

Aanmelden?
Voor een informatief gesprek of voor het inschrijven van uw kind kunt u opnemen met de directeur: Voorafgaand aan de inschrijving vindt een gesprek en een rondleiding door de school plaats. We bespreken wat u van de school kunt verwachten en andersom.
De school is ook op Facebook in Instagram te vinden.

Wij zijn trots op onze goede en gezellige school. Als u vragen heeft, een toelichting wilt, of u wilt de fijne sfeer binnen de school ervaren, dan staat de deur altijd voor u open!

Team CBS De Regenboog

2. Christelijke Scholengroep De Waard

2.1. Bestuur en richting

Onze school maakt deel uit van stichting Christelijke Scholengroep De Waard. CSG De Waard is een professionele organisatie die bijzonder goed onderwijs verzorgt op 14 basisscholen, waarvan één school voor speciaal basisonderwijs en één school voor (voortgezet) speciaal onderwijs in de Hoeksche Waard en op Goeree-Overflakkee. Tevens wordt er ook onderwijs verzorgt op de AZC-school Het Uitzicht in Maasdam. 

De scholen staan verspreid in de Hoeksche Waard. Onze scholen worden door circa 2900 leerlingen bezocht en er werken ongeveer 350 personeelsleden bij CSG De Waard.

Op alle scholen wordt kwalitatief hoogwaardig christelijk onderwijs gegeven. De leerkrachten spannen zich in het beste uit de kinderen te halen. Voor elk kind geldt het hoogst bereikbare niveau van de leerling als doelstelling. Onze missie luidt: CSG De Waard, voor bijzonder goed onderwijs!

Christelijke Scholengroep De Waard heeft een Raad van Toezicht en een College van Bestuur (Dhr. J. Winters). Hiermee voldoet de stichting aan de wettelijke bepaling dat er onderscheid moet zijn tussen bestuur en toezicht. 

2.2. Missie en visiedocument CSG De Waard

Christelijke Scholengroep De Waard stelt zich ten doel christelijke scholen met eigentijds onderwijs van hoog niveau in stand te houden. De taak van de organisatie is de belangen van deze bijzondere onderwijsvorm in de breedste zin van het woord te behartigen. 

De scholen van CSG De Waard zijn ingericht voor het geven van: 

  • basisonderwijs
  • speciaal basisonderwijs
  • speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerenden

De visie omvat drie elementen waaraan een gelijke waarde wordt toegekend: de levensbeschouwelijke identiteit, de onderwijskwaliteit en de kwaliteit van opvoeding en vorming. In overdrachtelijke zin kan de grondslag van de stichting worden beschouwd als het fundament, waarop drie pijlers rusten die de scholen dragen.

2.2.1. Waarden en missie van CSG De Waard

De scholen van CSG De Waard nemen een herkenbare plaats in binnen de Hoeksche Waard. We werken nauw samen met andere maatschappelijke organisaties aan een vitale en duurzame regio. Deze onderscheiden zich door hun signatuur en door kwaliteit. 

Onderstaande kernwaarden zijn de basis van ons handelen:

  • Vertrouwen: We leren dat iedere leerling en medewerker er nooit alleen voor hoeft te staan. We geven vertrouwen aan én hebben vertrouwen in elkaar. Verder leren we leerlingen en medewerkers (te aanvaarden) dat niet alles altijd goed zal gaan in het leven. Met moed en vertrouwen kunnen we alles wat het leven ons te bieden heeft aan. Het geeft niet als we soms dingen fout doen en niet alles (aan) kunnen. We mogen leven van genade en we mogen daarbij kracht ontvangen van God.

                 Je staat er nooit alleen voor

  • Veiligheid: We zorgen er voor dat iedere school een veilige leer- en leefomgeving is, zodat iedere leerling en medewerker optimaal tot zijn recht en tot ontwikkeling kan komen. Iedereen is anders. We accepteren ieder zoals hij is met zijn sterke en zwakke kanten. Collegialiteit, samenwerken, welbevinden, de ontwikkeling van sociale en emotionele vaardigheden en de bijbehorende grenzen die we stellen, zijn basisvoorwaarden. 

                 Je mag jezelf zijn en respecteert wie de ander is

  • Verantwoordelijkheid: We leren met elkaar verantwoordelijk te zijn en zorg te dragen voor jezelf, de ander en voor de wereld om je heen. Leerlingen krijgen, onder begeleiding van onze onderwijsprofessionals, steeds meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leren en hun eigen ontwikkeling.            

                 Je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen leerproces

  • Verbinding: We hebben elkaar nodig. Niemand leeft voor zichzelf alleen. Met elkaar zoeken we een weg tegen de trend van individualisering in. De gaven die we hebben ontvangen zijn niet alleen voor onszelf maar komen nog beter in het licht als we ze gebruiken voor de ander en voor de samenleving. Zo kunnen we van elkaars gaven en talenten genieten. Dit uit zich in oprechte aandacht voor elkaar. Het is ook zichtbaar in het gebruik maken van elkaars expertise als professionals. 

                  Je staat in verbinding met jezelf, de ander en de wereld om je heen

  • Verrijking: We weten dat ontwikkelen een leven lang leren is. We stimuleren persoonlijke groei zodat alle leerlingen leren en kans hebben op succes. We verrijken elkaar om tot ontwikkeling en tot bijzonder goed onderwijs in een vitale organisatie te komen. Daarvoor werken we aan een professionele, lerende organisatie en professionele cultuur binnen alle teams van CSG De Waard.

                 Je groeit in leren en leven


De missie van ons werk: CSG De Waard, voor bijzonder goed onderwijs

2.2.2. Levensbeschouwelijke identiteit CSG De Waard

De scholen zijn open christelijke scholen, die werken vanuit de christelijke traditie. De grondslag van ons handelen gaat uit van de Bijbel als woord van God. Belangrijk element hieruit is, vanuit de brede christelijke identiteit, leerlingen en ouders/verzorgers voorleven hoe we met elkaar om willen gaan. De verbinding met onze naaste dichtbij en ver weg neemt hier een centrale plaats in.

We brengen de kinderen een christelijke levenshouding en basale kennis van de Bijbelse verhalen bij en proberen hen vanuit ons geloofsleven iets te laten zien van hoe je hier in het dagelijks leven invulling aan kunt geven. De onderwijsprofessionals in de verschillende scholen begeleiden de leerlingen actief bij hun ontdekkingstocht naar de eigen identiteit. Ze geven betekenis aan bijbelse kernbegrippen. Van essentieel belang hierbij is een levendige en open communicatie op het gebied van levensbeschouwing, met iedereen die bij de school betrokken is. 

2.2.3. Onderwijskwaliteit CSG De Waard

De scholen van de stichting bieden een rijke en stimulerende omgeving, waarin aandacht is voor alle ontwikkelingsaspecten van kinderen:

  • cognitieve
  • sociaal emotionele
  • fysieke
  • creatieve

Bij al deze aspecten wordt uitgegaan van geloof en vertrouwen in kinderen, het bieden van individuele uitdaging en ondersteuning. De nieuwe kerndoelen voor het basisonderwijs zijn richtinggevend. Voor elk kind geldt het voor hem of haar hoogst bereikbare niveau als doelstelling.

De leerkrachten van de scholen werken als team samen aan onderwijsvernieuwing op basis van planmatige kwaliteitszorg. De ontwikkeling van de school is vastgelegd in het schoolplan. Op alle ontwikkelingsdomeinen zijn prestatie-indicatoren vastgesteld. Het onderwijs op de verschillende scholen is zo ingericht dat alle kinderen, ongeacht hun ontwikkelingsniveau of individuele kwaliteiten, tot hun recht komen. Het beleid van de school is erop gericht om achterstanden, de behoefte aan extra zorg, maar ook de behoefte aan extra uitdaging zo vroeg mogelijk te signaleren. Waar nodig wordt extra begeleiding geboden, zoveel mogelijk op de eigen basisschool, maar wanneer het niet anders kan, op één van de speciale scholen van de stichting.

2.2.4. Opvoedings- en vormingskwaliteit CSG De Waard

De scholen van CSG De Waard bieden een sociaal en fysiek veilig opvoedingsklimaat. Ze nemen een verbindende plaats in binnen de samenleving, doordat ze een ontmoetingspunt zijn voor leerlingen en ouders/verzorgers. Alle medewerkers, die zich bewust zijn van hun voorbeeldfunctie, stimuleren de leerlingen om op een respectvolle manier met elkaar om te gaan. Zij dragen bij aan de zelfstandigheidsontwikkeling en leren leerlingen samenwerken en verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf en voor anderen. 

2.2.5. Strategische Koers CSG De Waard

De strategische koers 2023-2027 van de stichting is opgesteld om richting te geven aan de ambities en het handelen van CSG De Waard, te inspireren en uit te dagen. Deze koers brengt focus aan op drie specifieke thema's:

  • Bijzonder goed onderwijs;
  • Bijzonder goed werkgeverschap;
  • Professionele lerende organiatie.

CSG De Waard staat voor bijzonder goed onderwijs. We zetten ons in voor de brede ontwikkeling van het kind, met alle expertise, zorg en liefde die we hebben. Dat doen we met enthousiaste leerkrachten, sterk ondersteunend personeel en gedreven schooldirecteuren. We hebben iedereen en ieders kwaliteiten nodig om de ambities die we hebben te realiseren. Daarbij zien we het als onze plicht om goed voor onze medewerkers te zorgen. Dat doen we door hen kansen te bieden en hun ontwikkeling te stimuleren, door het herkennen van talent en daaraan ruimte te bieden. Door elkaar te zien, als professional en als mens. En door samen te werken en samen te leren.

Vanuit de veilige en vertrouwde basis die we als scholen bieden, groeien we de komende jaren verder in bijzonder goed werkgeverschap en bouwen we aan een professionele lerende organisatie. Zo richten we ons op de toekomst van onze scholen en vooral op die van onze kinderen!

2.3. Bestuurskantoor

Het bestuurskantoor is het kantoor van de stichting waar de administratie en de ondersteunende diensten zijn ondergebracht. Vanuit dit kantoor ondersteunt het bovenschools managementteam het College van Bestuur en de scholen. Het bestuurskantoor is gevestigd aan de

Maseratilaan 14
3261 NA Oud-Beijerland
tel. 0186-621461
e-mail: bestuur@csgdewaard.nl

Meer informatie over Christelijke Scholengroep De Waard kunt u vinden op onze website: www.csgdewaard.nl
Tevens is CSG De Waard ook te vinden op Facebook (www.facebook.com/csgdewaard).

2.4. GMR

Beleidsvoornemens van het College van Bestuur worden op basis van het reglement ter advisering of ter instemming voorgelegd aan de Gemeenschappelijk MedezeggenschapsRaad. Alle bovenschoolse zaken worden besproken in de GMR, terwijl schoolzaken op het niveau van de MR worden behandeld. De GMR bestaat uit acht personen: vier ouders en vier personeelsleden.

3. Missie en visie

CSG De Waard en dus ook CBS De Regenboog staat voor 'bijzonder goed onderwijs'. Wij hebben als school deze missie vertaald in de volgende opdracht:

Samenwerken vanuit open communicatie

Sterk fundament vanuit kaders

Ontwikkelen van eigenheid in veiligheid

3.1. Missie en visie uitgewerkt

Samenwerken vanuit open communicatie

Waar mensen samenwerken is open communicatie een belangrijk onderdeel om je gezien te voelen en verbinding te krijgen. Om dat voor elkaar te krijgen verwachten wij van onze leerlingen dat ze hun verantwoordelijkheid durven te nemen door fouten toe te durven geven en de waarheid te durven spreken (feedbackmodel 4G). Ook het uiten van gevoelens naar de ander speelt hierin een belangrijke rol. Wanneer je positieve feedback op een goede manier kunt ontvangen, ontstaat er ruimte om te groeien als mens. Door aandacht te hebben voor elkaar, door te luisteren, uit te praten, te vragen en geïnteresseerd te zijn, word je als mens gezien en voel je je gewaardeerd. 

Bovenstaand is enkel mogelijk wanneer we als school en ouders beseffen dat we een voorbeeldrol hebben in die samenwerking vanuit open communicatie. Dat houdt in dat we feedback geven op de actie en niet op de persoon, we een luitsterend oor bieden voor wie het nodig heeft en we dingen bespreekbaar maken op een passend moment. De samenwerking binnen de driehoek kind - ouder - leerkracht is ons uitgangspunt. School, ouders en de kinderen hebben elkaar nodig om tot succesvol onderwijs te komen. Tijdens de rapportgesprekken zijn de kinderen vanaf groep 5 dan ook aanwezig en hebben zijn een actieve rol. Een goede communicatie doet het sociaal-emotioneel functioneren, de werkhouding en de schoolprestaties van leerlingen toenemen. Dat maakt dat we zaken die er toe doen voor de ontwikkeling van een kind, tijdig communiceren en dat we daarover open en eerlijk zijn (ouderportaal). Daarbij is het belangrijk dat school en ouders elkaar horen en zien vanuit elkaars perspectief. Ouders vanuit de liefde voor hun kind en de school vanuit de professionaliteit binnen het onderwijs.

Sterk fundament vanuit kaders

Door duidelijke kaders te hebben en te werken aan 'bijzonder goed onderwijs', ontstaat er een sterk fundament. We geven dit vorm door alle kinderen uit te dagen binnen hun mogelijkheden aangehaakt te blijven bij de streefdoelen van het onderwijs. Dit vertaalt zich in effectieve directe instructies (EDI) aan de leerlingen en structurele tijd op het rooster (stapeltijd) voor de leerlingen om te werken aan hun persoonlijke ontwikkelingsdoelen. De leerlingen zijn samen met de leerkracht eigenaar van hun eigen ontwikkelingen en kunnen aangeven wat ze nodig hebben om het doel van de school te behalen. Deze leercultuur creëren we door duidelijke kaders neer te leggen waarin veiligheid en onderling vertrouwen aanwezig zijn en er ruimte is voor het maken van fouten (experimenteerruimte). Leerlingen kennen de omgangsregels van de school en geven daar samen met hun klasgenoten uiting aan binnen de eigen groep.

Bovenstaande is alleen mogelijk wanneer de leerlingen hierin adequaat begeleid worden door de leerkracht. De school en ouders hebben hierin een belangrijke voorbeeldfunctie. De driehoek kind - ouder - leerkracht  draagt, ieder binnen hun verantwoordelijkheid, bij aan het realiseren van deze stevige basis. De leerkrachten kennen de onderwijsbehoeften van hun leerlingen en werken cyclisch en opbrengstgericht aan de kwaliteit van het onderwijs (4D). Dit doen we door de opbrengsten (DATA) van de leerlingen te analyseren en te vergelijken met de ambities van de school. Vervolgens bekijken we welke interventies succesvol waren en wat er beter kan (DUIDEN). Vanuit deze duiding weten we welke DOELEN er gesteld moeten worden om de kwaliteit van het onderwijs te vergroten en hierdoor te werken aan het sterke fundament. Het leerKRACHT-bord helpt ons om dit proces in de gaten te houden en de kwaliteitskaarten om het beleid te borgen. Hierdoor halen we het maximale uit ons onderwijs.

Ontwikkelen van eigenheid in veiligheid

Wanneer kinderen zich veilig voelen, onderling vertrouwen aan elkaar geven en ruimte krijgen voor het maken van fouten (experimenteerruimte), dan is de basis voor een bijzonder goed ontwikkelklimaat gelegd. Kinderen kunnen groeien als mens. In de klassen is iedere dag aandacht voor hoe je je voelt (in-uitchecken), de successen en de gestelde doelen middels het leerlingenbord. Leerkrachten werken iedere dag samen met de leerlingen om hun talenten en vaardigheden te ontdekken, maar ook die van hun klasgenootjes. We werken hierin samen met vakdocenten voor de gym- en muzieklessen. Door in de lessen gebruik te maken van allerlei coöperatieve werkvormen, leren leerlingen elkaar aan te moedigen, zowel in de persoonlijke als de cognitieve ontwikkeling. 

Door de samenwerking vanuit open communicatie vergroten we het zicht op de eigenheid van het kind en geven we, passend binnen de mogelijkheden, ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. Het onderwijsaanbod vanuit de levenbeschouwelijk ontwikkeling helpt daarbij, door bijbelverhalen aan te reiken, vragen te stellen en de verbeelding te prikkelen. We vertellen kinderen niet wat ze moeten geloven, maar we dagen ze wel uit om te ontdekken wat deze verhalen hen zelf te zeggen hebben. Met onze lessen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, oefent het kind de sociaal-emotionele vaardigheden en leert het belangrijke lessen voor het leven. Ook vanuit ons aanbod voor Burgerschap geven we kinderen de ruimte om te werken aan vaardigheden als communiceren, samenwerken, deelnemen aan besluitvormingsprocessen en bereiden we ze voor op hun rol in de maatschappij.

School en ouders werken op meerdere manieren samen aan het onderwijs van de school en daarmee indirect aan de ontwikkeling van de eigenheid van de kinderen. De driehoek kind - ouder - leerkracht is hierbij leidend, maar ook de samenwerking binnen de MR/OR en de actieve deelname van ouders aan activiteiten die georganiseerd worden, maken dat we met elkaar een mooie basis neerleggen voor de verdere onderwijsloopbaan van de kinderen.

3.2. Wijze waarop het team samenwerkt

Een lerende school is een lerende organisatie, waarbij het leren van alle betrokkenen een belangrijk uitgangspunt is. Er wordt bewust beleid gevoerd om medewerkers van en met elkaar te laten leren.

In de theorie van de lerende organisatie worden vijf wezenlijke elementen onderscheiden:

  • gemeenschappelijke visie: wat willen wij als school met  z'n allen creëren? Wat is ons gezamenlijk verlangen?
  • persoonlijk meesterschap: de lerende houding, de eigen visie en persoonlijke ontwikkeling van elke betrokkene. In de school is dit met name pedagogisch en didactisch vakmanschap.
  • systeemdenken: allerlei zaken die op school of in de klas gebeuren, hangen met elkaar samen en beïnvloeden elkaar. Systeemdenken is het je bewust zijn van deze samenhang. Interventies worden met name gericht op dergelijke patronen en onderlinge samenhang.
  • mentale modellen: vaak onbewuste aannames over de werkelijkheid; onze opvattingen en handelingspatronen. Elke verandering begint met het inzichtelijk maken van de mentale modellen en hierover in gesprek gaan.
  • teamleren: samen werken, samen leren van en met elkaar.

Bouwen aan een lerende school betekent dat leren van en met elkaar ingeburgerd is. We zijn een goede school, niet zozeer door de kwaliteiten van de individuele teamleden, maar door de kwaliteit van de samenwerking. Met behulp van het leerKRACHT-bord en de bijbehorende Bord- en Werksessies werken we samen aan de doelstellingen van de school. We creëren een leerklimaat van 'elke dag samen een beetje beter’, zodat het de norm wordt om elkaars kennis en vaardigheden te benutten. De zogehete Leersessies geven ons de mogelijkheid om samen bewuster na te denken over het effect van de lessen en het effect dat de gegeven les op de leerlingen heeft. 

Op De Regenboog werken we samen aan de inhoudelijke doelen in de zogenaamde projectteams. De projectteams zijn kartrekkers in het realiseren van de doelstellingen, afgeleid van het meerjarenplan en afgestemd met de directie van de school. Voor het komend schooljaar hebben we vijf projectteams. Hierin zitten leerkrachten die aan de hand van een opdrachtformulier de acties voor het komende jaar uitwerken en wegzetten in onze jaarplanning. Zij bewaken de voortgang en de resultaten van het betreffende project. De projectteams van dit schooljaar zijn: 

  • Burgerschap
  • Taal
  • Rekenen
  • Zicht op Ontwikkeling
  • Beredeneerd onderwijs kleuters

4. De organisatie van onze school

4.1. Het gebouw en de omgeving

De school staat aan de Jacob Pauwstraat 18 in Zuid-Beijerland. De kinderen van onze school komen voornamelijk uit deze woonkern van de voormalige gemeente Korendijk. 

We hebben de beschikking over een gebouw met negen leslokalen. Alle lokalen zijn voorzien van een digitaal schoolbord. Lokalen die niet in gebruik worden genomen door een klas, worden wel gebruikt voor het onderwijs. Tevens is er een directiekamer, een ruimte voor de intern en ambulant begeleiders en een personeelskamer. Daarnaast hebben we ook een inpandig speellokaal waar onze kleutergroepen gebruik van kunnen maken.

4.1.1. Veiligheid omgeving

Schoolplein

Het schoolplein is veilig en overzichtelijk. In 2023 is hier een nieuw speeltoestel op geplaatst. Onder de speeltoestellen op de pleinen liggen dempende materialen en de speeltoestellen voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen.

Parkeren rondom de school

Om de veiligheid rondom de school te kunnen waarborgen, geldt er in de Jacob Pauwstraat een  inrijverbod rond het aan- en uitgaan van de school. De kinderen worden bij voorkeur te voet of op de fiets naar school gebracht. Lukt dit niet, dan zijn er diverse plaatsen van waaruit de school veilig en zonder oversteken te bereiken is: Van Oldenbarneveltstraat, Ridder van Dorplaan, Tuinweg en Gravin Sabinastraat.

Roken rondom de school

Roken in en rondom de school is ten strengste verboden. Sinds 1 augustus 2020 zijn scholen verplicht een rookvrij terrein te hebben. Uit onderzoek blijkt namelijk dat kinderen en jongeren die anderen zien roken, zelf ook eerder gaan roken. Een rookvrij terrein beschermt hen ook tegen de schadelijke gevolgen van meeroken. 


4.1.2. Organisatie rondom veiligheid

In ieder gebouw, dus ook in een schoolgebouw, kunnen zich situaties voordoen die het noodzakelijk maken dat kinderen, ouders, bezoekers en medewerkers het gebouw zo snel mogelijk moeten verlaten.
Hiervoor is, naast de genomen preventie- en preparatiemaatregelen, een ontruimingsplan nodig.
Voorwaarde voor een goede ontruiming is dat de opzet van dit plan bij alle medewerkers van de betreffende school bekend is. Onder goede begeleiding worden alle kinderen door de leerkrachten naar de verzamelplaats gebracht. Door middel van instructie en drie keer per jaar een ontruimingsoefening wordt het ontruimingsplan aan de praktijk getoetst en zonodig bijgesteld. De school heeft enkele gediplomeerde BHV-ers (bedrijfshulpverleners) die deze ontruiming leiden.

4.2. Lesuren en schooltijden

De overheid heeft voor de basisschool het minimum aantal lesuren vastgesteld op 7520 uur in 8 jaar. Op De Regenboog krijgt elke groep 940 uur les per schooljaar. Wij werken voor alle leerlingen met 3 lange en 2 korte dagen:

maandag 08.30 - 14.45 uur
dinsdag 08.30 - 14.45 uur
woensdag 08.30 - 12.30 uur
donderdag 08.30 - 14.45 uur
vrijdag 08.30 - 12.30 uur


De deuren van onze school gaan om 8:20 uur open. Onze leerlingen gaan zelfstandig naar binnen. De kinderen van groep 1 en 2 nemen afscheid bij de buitendeur. Voor nieuwe leerlingen wordt een uitzondering gemaakt. Deze ouders mogen de eerste weken wel mee naar binnen. Na een maand verwachten we dat ook deze ouders afscheid nemen bij de ingang. En eerder mag natuurlijk ook. 

Sommige kinderen zijn bang voor honden. De school is verantwoordelijk voor alles wat er op het plein gebeurt. Als een hond een leerling bijt, is de school hiervoor mede aansprakelijk. Dit risico willen wij niet nemen. Wij verzoeken u dan ook niet met uw hond op het schoolplein te komen.

Uiteraard bent u, als uw kind nog niet alleen naar huis mag, op tijd bij het hek aanwezig als de school uit gaat. Er kunnen echter onvoorziene omstandigheden zijn waardoor u niet op tijd kan zijn. Als u ons belt voor het uitgaan van de school, dan houden wij uw kind nog even bij ons.

4.3. Bemensing en verdeling groepen

De Regenboog werkt met jaargroepen. Dit houdt in dat leerlingen van ongeveer dezelfde leeftijd dezelfde stof aangeboden krijgen. Onze school telde op 1 februari 2024 166 leerlingen en is daarmee groeiend.

Er zijn 17 mensen werkzaam op De Regenboog. Hiervan werkt het merendeel parttime, waardoor de meeste groepen twee leerkrachten hebben. Samen dragen zij de verantwoordelijkheid voor de groep. Relevante informatie over leerlingen is bij beide leerkrachten bekend. Het is dan ook van groot belang dat in een mailwisseling beide leerkrachten van de groep worden meegenomen.

Vanaf het schooljaar 2024-2025 kunnen we door de groei vanaf groep 3 enkele groepen vormen. Het is een bewuste keuze om heterogene kleutergroepen te behouden, omdat we zien en ervaren dat jonge kinderen elkaar meenemen in hun ontwikkeling. De groepsverdeling voor 2024-2025 ziet eruit als volgt:

groep 1/2A Lotte Nijsen en Tineke van der Jagt
groep 1/2B Carla Bolder en Anne Floor Laurens
groep 3 Romy Brouwer
groep 4 Arianne Kuiper en Marienke Bijkerk
groep 5 Ineke Korteweg en Stacey van Koten
groep 6 Iris Nienhuis
groep 7 Jet Overvoorde
groep 8 Mirjam Dekker en Heleen Biesheuvel


Daarbij werken we met een (interim) directeur als eindverantwoordelijke (Marion Scholman), een administratieve ondersteuner (Suzanne Saarloos), een kwaliteitscoördinator (Anke Kleijwegt) en iemand voor onderhoud van het gebouw (Jan Saarloos). We hebben ook een nauwe samenwerking met Regiekr8 voor vakdocent gymnastiek en muziekschool de Hoekse Waard voor vakdocent muziek.

Stagiaires

Jaarlijks loopt een aantal studenten van de PABO stage op onze school. De stage is een wezenlijk onderdeel van hun studie. Uiteraard houdt de groepsleerkracht de eindverantwoordelijkheid voor de groep. De laatste stage van de PABO heet de LIO-stage (Leerkracht In Opleiding), een intensieve praktijkstage ter voorbereiding op het leraarschap. De stagiair staat dat jaar steeds meer dagen van de week zelfstandig voor de groep en functioneert als een volwaardig teamlid. De leerkracht van de groep is aanwezig, maar op de achtergrond en niet persé in de groep. Dagelijks wordt de gang van zaken doorgesproken tussen leerkracht en LIO-stagiair. 

Naast PABO-studenten zijn er op onze school ook regelmatig stagiaires van de opleiding 'Onderwijsassistent' en 'Helpende en Welzijn'.

4.4. Aanmelding nieuwe leerlingen

Aanmelding bij 4 jaar

Bij een telefonische of mondelinge inschrijving worden de ouders/verzorgers altijd uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek en een rondleiding door de school. Daarbij krijgt u een map met praktische informatie. Wanneer u als ouder de keuze heeft gemaakt voor onze school, vragen wij u een inschrijfformulier in te vullen. Alle leerlingen zijn in principe welkom op onze school en broertjes en zusjes van schoolgaande leerlingen hebben voorrang.
Bij de beslissing om over te gaan tot aanname van de leerling heeft de school ingeschat dat ze kunnen voldoen aan de begeleidings- en onderwijsbehoeften (indien bekend) van de leerling en gaat de school ervan uit dat de leerling het aangeboden curriculum volgt. De school mag uw kind weigeren als hij/zij nog niet zindelijk is. De school zal in eerste instantie in overleg met de huisarts en het jeugdteam hiervoor een oplossing zoeken. Het is belangrijk dat uw kind dus zo snel mogelijk zindelijk is.

Voordat uw kind 4 jaar wordt, mag het vijf ochtenden op school komen wennen. Ongeveer twee maanden voordat uw kind 4 jaar wordt neemt de leerkracht van uw kind contact met u op voor een intakegesprek. U kunt dan over de specifieke kindkenmerken praten en de wenochtenden afspreken. 

Tussentijds aanmelding

Kinderen die van een andere basisschool komen, krijgen van de school waar de leerling vandaan komt een onderwijskundig rapport. Op grond van dat rapport en het oriënterend gesprek wordt bekeken of een leerling toegelaten kan worden. Er wordt in alle gevallen met de directeur/intern begeleider van de vorige school contact opgenomen voordat een leerling wordt ingeschreven. De mogelijkheden van onze school zijn bepalend voor de toelating van kinderen.

Hierbij wordt gekeken naar:

  • de groepsgrootte (max. 29 leerlingen)
  • de groepssamenstelling (o.a. de zwaarte van de extra ondersteuning die al wordt verleend binnen de groep)
  • de onderwijs- en begeleidingsbehoeften van de leerling zodat hij/zij zoveel mogelijk een ononderbroken ontwikkeling kan doormaken.

Het proces van eerste aanmelding tot plaatsing duurt maximaal 6 weken. Wij staan als school voor open communicatie. In het geval van aanmelding betekent dit dat we ervan uitgaan dat ouders/verzorgers de school inzage geven in relevante documenten en dat adviezen voor begeleiding van de leerling opgevolgd worden door de ouders. In overleg met school kan de leerling een dag of een dagdeel komen meedraaien.

Inschrijvingscriteria

Het is wettelijk verplicht dat een ouder op het inschrijfformulier verklaart dat zijn/haar kind niet is ingeschreven op een andere school. Daarnaast dient u schriftelijk te verklaren of u alle relevante (onderwijskundige) rapporten en (onderzoeks)verslagen heeft overhandigd. Voor de duur van de inschrijving ontvangt u een toestemmingsformulier AVG waarop u o.a. kunt aangeven of u wel of niet akkoord gaat met publicatie van foto’s van uw kind op de website en Facebook- Instagrampagina van de school. Daarnaast wordt van ouders verwacht dat zij instemmen met het visiedocument van de stichting. 

4.5. Vervanging bij verlof, scholing of ziekte

Bij verlof, scholing of ziekte van een leerkracht zorgt de directie voor vervanging. Soms is het mogelijk dat degene die als duopartner voor dezelfde groep staat de vervanging op zich neemt. Als dit niet het geval is, wordt er gezocht naar vervanging door andere collega’s of leerkrachten van buiten de school.
Als er (binnen en buiten de school) geen vervanging beschikbaar is, kan een groep verdeeld worden over de andere groepen. Dit gebeurt ten hoogste drie dagen per groep per ziektegeval. Als het niet anders kan, zijn wij genoodzaakt een groep naar huis te sturen. In dat geval stellen we de ouders van die groep de dag ervoor op de hoogte.

4.6. Verzuimbeleid

Jongeren tussen de 5 en 18 jaar moeten onderwijs volgen. Soms is er een reden waarom ze (tijdelijk) niet naar school hoeven, bijvoorbeeld bij ziekte of religieuze feestdagen.

Geoorloofd schoolverzuim

Soms kan een leerling vrijstelling krijgen van de plicht om naar school te gaan. Dan is er geen sprake van schoolverzuim of spijbelen. Voorbeelden zijn: 

  • ziekte
  • schorsing
  • religieuze feestdag
  • huwelijk
  • begrafenis.

In deze gevallen is er schoolverzuim met een goede reden (geoorloofd schoolverzuim). Ouders en leerlingen moeten wel voldoen aan de voorwaarden bij geoorloofd schoolverzuim.

Ongeoorloofd schoolverzuim

Is een leerling niet op school zonder dat hiervoor een geldige reden is, dan kijkt de school wat er aan de hand is en overlegt met de ouders en de leerling. Als een leerling te vaak afwezig is, schakelt school de leerplichtambtenaar in. Die kan in gesprek gaan met ouders en leerling om te kijken wat er aan de hand is en hulp bieden waarmee verder verzuim wordt voorkomen.

Scholen en instellingen moeten verplicht het ongeoorloofde verzuim melden bij de leerplichtambtenaar, via het verzuimloket van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De schoolleiding moet het melden als een leerling 4 lesweken na elkaar in totaal 16 uren les- of praktijktijd afwezig was en als een leerling minimaal 4 aaneengesloten schoolweken (28 kalenderdagen) continu afwezig is.

Melden bij afwezigheid

Het verzuimloket van DUO geeft de melding door aan de leerplichtambtenaar van de gemeente. Deze onderzoekt de zaak. Als het schoolverzuim komt door problemen thuis of in de persoonlijke situatie van de leerling, dan probeert de leerplichtambtenaar hulpverlening of begeleiding in te zetten.

De leerplichtambtenaar kan een proces-verbaal opmaken. De leerplichtambtenaar stuurt het proces-verbaal dan naar het Openbaar Ministerie.

Geldboete voor ouders/verzorgers

De rechter kan ouders en verzorgers een boete geven bij ongeoorloofd verzuim.

4.7. Buitenschoolse opvang

Sinds oktober 2021 beschikt onze school over buitenschoolse opvang. Sinds het schooljaar 2023-2024 is dit in handen van Kibeo. De kinderen gaan uit school met een pedagogisch medewerker naar boven, waar de BSO gevestigd is. Er is voor gekozen om het lokaal met fijne lichte kleuren in te richten. Daarbij is er gebruik gemaakt van duurzame materialen, zowel voor de inrichting als bij de keuze van het speelgoed. Er is een werkbank waar de kinderen met kosteloze materialen lekker creatief bezig kunnen zijn.

Het doel van Kibeo is de kinderen na schooltijd een gezellige middag te bezorgen met veel aandacht voor sport, spel, natuur en creativiteit, maar ook ontspanning waar nodig. Daarbij maken de medewerkers gebruik van ons fijne schoolplein waar de kinderen hun energie kwijt kunnen.

Wanneer u het leuk vindt om een kijkje te nemen, dan bent u van harte welkom. Onze BSO is open op maandag en dinsdag voor- en naschools en op donderdag naschools. Voor meer informatie: www.kibeo.nl 

4.8. Tussenschoolse opvang

In 2021 is in een enquête door ruim 80% van de ouders gekozen voor een semi-continurooster. De dagelijkse organisatie van de tussenschoolse opvang (TSO) is in handen van een team van overblijfouders dat elke maandag, dinsdag en donderdag klaar staat om met uw kind(eren) een lunch moment te houden. De kinderen eten 20 minuten in de klas en spelen daarvoor of daarna 20 minuten buiten. Het is niet verplicht om op school te eten, maar we verwachten de kinderen natuurlijk wel op tijd terug.

Voor de tussenschoolse opvang wordt een bijdrage gevraagd die in overleg met de MR wordt vastgesteld. Voor het schooljaar 2023-2024 was dat € 50,00. Met deze bijdrage betalen wij onze TSO-ouders en worden er materialen voor het schoolplein gekocht. Wanneer uw kind tussentijds instroomt op onze school, dan wordt het resterende deel van het schooljaar in rekening gebracht. 

5. De vakgebieden

5.1. Urenverantwoording

  groep
1
groep
2
groep 3
groep 4
groep 5
groep 6
groep 7
groep 8
Godsdienst 45 45 45 45 45 60 60 60
Rekenen 300 300 300 300 300 300 300 315
Taal 425 425 0 250 275 270 250 250
Lezen 75 75 540 325 290 260 215 215
Burgerschap 37,5 37,5 37,5 37,5 37,5 37,5 37,5 37,5
Sociaal-emotioneel 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5
Wereldorientatie 15 15 45 90 120 140 165 165
Verkeer 15 15 15 15 20 20 20 5
Muziek 30 30 15 15 15 15 15 15
Gym 300 300 120 120 120 120 120 120
Schrijven 30 30 75 40 20 15 15 15
Creatief 75 75 60 60 45 45 45 45
Studievaardigheden             30 30
Engels 15 15 15 15 30 30 40 40
Stapeltijd (LEF) 100 100 120 150 150 150 150 150
Circuit basisvakken     75          
Totaal aantal minuten  1470 1470 1470 1470 1470 1470 1470 1470

 

5.2. Burgerschap

Op De Regenboog willen wij de leerlingen voorbereiden op een soepele overgang naar het voortgezet onderwijs en ze die kennis, vaardigheden en attitude mee geven voor een goede plek in de maatschappij en de wereld om hen heen. Wij willen hen daarom leren om op een kritische wijze breder te kijken dan alleen henzelf, waarbij onze waarden uit de visie de pijlers zijn van ons onderwijs. Binnen elke pijler streven we ernaar om een breed scala aan kennis, vaardigheden en attitudes aan te bieden. Dit omvat niet alleen het overdragen van feitelijke informatie, maar ook het ontwikkelen van praktische vaardigheden die hen in staat stellen taken uit te voeren. Dit resulteert in onderstaande tabel:

Pijlers uit de visie

  Kennis, vaardigheden en houding die wij willen aanleren

Samenwerken vanuit
open communicatie

  • Kennis over verschillende manieren om samen te werken
  • Vaardigheden om een actieve bijdrage te leveren aan de (school)omgeving
  • Een open, flexibele en inlevende houding in de omgang met anderen

Eigenheid in Veiligheid

  • Kennis over jezelf en bewustzijn van verschillen en diversiteit; niet iedereen is hetzelfde
  • Vaardigheden in het omgaan met andere(n) meningen en gevoelens
  • Een altruïstische houding – een bijdrage leveren zonder wederdiensten te verwachten

Sterk fundament vanuit kaders

  • Kennis over democratie en wereldgodsdiensten
  • Oefenen in communicatieve vaardigheden 
  • Houding: doorzettingsvermogen en stimuleren om uitdagingen aan te gaan

De wijze waarop wij burgerschap vormgeven op school, staat beschreven in Beleid Burgerschapsonderwijs en maakt deel uit van het schoolplan. De leerdoelen van ons burgerschapsonderwijs zijn gebaseerd op de nieuwe concept kerndoelen en alle aspecten van onze visie op burgerschap zijn hierin uitgewerkt. De leerdoelen gaan over de schoolcultuur, diversiteit, democratische waarden en betrokkenheid en de maatschappelijke betrokkenheid en vraagstukken. Deze doelen zijn de basis waarop we ons aanbod organiseren op het gebied van kennis, houdingen en vaardigheden. We verzorgen ons aanbod met de methode Kwink voor Burgerschap, aangevuld met de vakken waar onderdelen van burgerschap aan de orde komen, zoals wereldoriëntatie (TopOntdekkers), sociaal-emotionele vorming (Kwink), godsdienst (Kind op Maandag) en overige activiteiten, zoals excursies en schoolTV. Iedere groep heeft zijn lesinhoud uitgewerkt en opgesteld in een jaarrooster ‘Burgerschap’. De uitkomsten van de evaluaties van dit vakgebied hebben een vaste plek in onze kwaliteitszorg. Net als de andere basisvaardigheden worden de data met het team geananlyseerd, geduid en worden er weer nieuwe doelen bepaald (4D).

5.3. Godsdienstige vorming

Op school leren kinderen niet alleen taal en rekenen, ze ontwikkelen zich ook als mens. Ze vormen hun eigen visie op wat belangrijk is en waardevol. Op onze school krijgen de kinderen elke dag godsdienstige vorming met behulp van het lesmateriaal van Kind op Maandag, door verhalen aan te reiken, vragen te stellen en de verbeelding te prikkelen.

Kind op Maandag is een methode voor uitnodigend godsdienstonderwijs in het basisonderwijs die uitgaat van 'verwondering' om zo te werken aan persoonsvorming, groepsvorming en sociale veiligheid. De bijbelverhalen staan centraal met een onderverdeling van groep 1-2, groep 3-4, groep 5-6 en groep 7-8. In elke bouw zijn per lesweek in principe dezelfde verhalen aan de orde. Een schoolbrede aanpak dus, vanuit de visie dat je als complete school ergens voor staat en iets met elkaar deelt.

5.4. Het onderwijs in groep 1 - 2

In de klas

In de kleutergroepen wordt de basis gelegd voor de schoolontwikkeling van de kinderen. Wij geloven dat spel de motor tot ontwikkeling en leren is. In het spel doen kinderen ontdekkingen, oefenen ze met vaardigheden en imiteren ze. Spel helpt hen om grip te krijgen op de wereld om zich heen. Bovendien zijn wij ervan overtuigd dat jonge kinderen optimaal tot leren komen in interactie met elkaar en met de leerkracht. Dit leidt tot onderwijs waar sprake is van een rijke en aantrekkelijke leeromgeving waarin ‘spelend en ontdekkend leren’ in een thematische context een belangrijke plek inneemt. Het onderwijsprogramma geeft sturing aan de leerinhouden.

Inhoud

In ons onderwijs aan het Jonge Kind richten wij ons op de brede ontwikkeling van ieder kind, waarbij de focus ligt op het aanleren van de basisvaardigheden. Door ons te richten op deze kerngebieden, helpen wij hen een stevige basis te leggen voor de toekomst en een sterke start te  maken in groep 3. De aangeboden leerinhoud zorgt voor een doorlopende leerlijn de groepen 1-3.

Doelen

In ons onderwijs aan het jonge kind vormen heldere doelen de basis voor het leerproces. We maken gebruik van de aanbodsdoelen Jonge Kind vanuit SLO en verbinden deze doelen aan activiteiten die passen bij de interesses en talenten van de kinderen. We plannen doelgericht en zorgvuldig, rekening houdend met de individuele ontwikkelingsbehoeften en interesses van de kinderen. Belangrijk hierbij is dat de doelen aansluiten op de beginsituatie en de zone van de naaste ontwikkeling van elk kind. Bovendien stimuleren wij het eigenaarschap van onze kinderen door doelen zichtbaar te maken in de klas. Om een gedifferentieerd en ontwikkelingsstimulerend aanbod te kunnen bieden, plannen we structureel en voldoende tijd in om te observeren. Het zichtbare dagritme biedt structuur en voorspelbaarheid voor de kinderen.

Aanbod

Onze methoden en materialen zijn gekozen om de brede ontwikkeling van de kinderen te stimuleren. We maken voornamelijk gebruik van spelmateriaal uit de echte wereld en moedigen de kinderen aan om zelf na te denken over de materialen die ze nodig hebben. Zowel binnen als buiten de klasomgeving streven we naar een divers materiaalaanbod waarbij we het zelf- ontdekkend leren stimuleren en kinderen de vrijheid krijgen om hun eigen interesses te verkennen, vragen te stellen en op onderzoek uit te gaan. De Regenboog is geen VVE school (voor- en vroegschoolse educatie). 

Groeperingsvorm

Leerlingen werken afwisselend individueel, in groepjes of met de hele klas. Hiermee benutten we kansen om de onderlinge interactie te stimuleren. We plaatsen kinderen van verschillende niveaus of van hetzelfde niveau, afhankelijk van het leerdoel, bij elkaar, zodat ze van elkaar kunnen leren. Nieuwe vaardigheden en kennis introduceren we voornamelijk in de grote kring.

Organisatie

Als leerkrachten geven wij onderwijs vanuit hoge verwachtingen en hebben we vertrouwen in ons eigen kunnen. We hechten waarde aan het bieden van emotionele veiligheid in een veilige en
gezonde omgeving en het opbouwen van een goede relatie met alle kinderen, waarbij de leerkracht de ontwikkeling van competenties stimuleert en ruimte geeft aan autonomie. We bieden instructie daar waar nodig, maar laten ook ruimte voor ontdekking en zelfsturing. Duidelijke regels en afspraken zorgen voor een veilige en gestructureerde leeromgeving. Een omgeving die rijk en betekenisvol is. Er worden mogelijkheden gecreëerd om de unieke talenten van ieder kind tot uiting te laten komen. Het actuele thema is duidelijk zichtbaar in de omgeving en nodigt uit tot ontdekking en spel.

Zicht op ontwikkeling

Observatie en gesprekken met kinderen en ouders vormen de basis van onze monitoring. We evalueren zowel het product als het proces. We gebruiken hiervoor het ontwikkelvolgsysteem KIJK! bij de kleuters. Hierover meer in hoofdstuk 6: kwaliteitszorg.

We bespreken de ontwikkeling van de kinderen regelmatig met collega's en ouders. Voor zover mogelijk is ook hier de driehoek kind - ouder - leerkracht belangrijk in de samenwerking. Dit alles met als doel de ontwikkeling van elk kind optimaal te ondersteunen.

5.5. Het onderwijs in groep 3 - 8

Effectieve Directe Instructie (EDI)

Wij werken binnen het zogenaamd jaarklassensysteem het EDI model. Dit staat voor Expliciete Directe Instructie. Het uitgangspunt bij directe instructie is dat je op sommige momenten in het onderwijsleerproces kennis, inzichten en vaardigheden het beste doelgericht kunt onderwijzen. Bij dit model is de les uit verschillende onderdelen opgebouwd. Deze opbouw ziet er als volgt uit:

  • Activeren van voorkennis: de kinderen krijgen een opdracht die aansluit bij de te geven les, maar waarvoor ze de benodigde kennis al in huis hebben.
  • Lesdoel: dit doel wordt expliciet met de kinderen gedeeld door voor te lezen of op het bord te schrijven.
  • De drie fasen van instructie:
    1. Onderwijzen van het concept.
    2. Onderwijzen van de vaardigheid.
    3. Belang van de les.
  • Begeleide inoefening: de kinderen nemen het toepassen van de leerstof over. Ondertussen controleert de leerkracht telkens of ze het correct doen en begrijpen.
  • Kleine lesafsluiting: de kinderen maken opdrachten of beantwoorden vragen om te laten zien dat ze het lesdoel beheersen. Daarna mogen ze pas zelfstandig inoefenen. 
  • Zelfstandige verwerking.
  • Verlengde instructie of verrijkte instructie: de kinderen waarbij tijdens de lesafsluiting bleek dat ze het lesdoel nog niet voldoende beheersen, krijgen een verlengde instructie van de leerkracht. Kinderen die de lesdoelen al beheersten, krijgen verrijkte instructie.

Snappet

Snappet is een digitaal onderwijsplatform waarmee de leerlingen op hun eigen chromebook de lesstof verwerken. Het is een adaptief onderwijsplatform. Dit betekent dat de kinderen op hun eigen tempo en niveau kunnen werken. Het doel van Snappet is om de kwaliteit van het basisonderwijs te verbeteren door een chromebook met benodigd lesmateriaal beschikbaar te stellen voor ieder kind. Dit is (deels) een vervanging voor de (werk-)boeken en sluit aan op de gebruikte lesmethode.

De leerkracht geeft tijdens de les een instructie vanuit de methode. Dit wordt gedaan met behulp van het digibord en andere benodigde materialen. De verwerking (de opgaven) doen de kinderen veelal via hun chromebook en niet meer in het schrift. Het kind ziet hierdoor meteen of hij/zij het goed of fout doet en kan de opdracht meteen verbeteren. Ook de leerkracht kan de vorderingen bijhouden op het dashboard zodat direct feedback kan worden gegeven. 

Naast de basislessen werken de kinderen ook aan hun eigen leerdoelen; deze worden op niveau gegeven. Maak je een opgave goed, dan worden de volgende opdrachten lastiger. Vind je de opdrachten nog wat lastig, dan worden de opdrachten weer wat makkelijker. Zo wisselen de opdrachten zich af.

Voordelen van Snappet:

  • De leerlingen krijgen meteen feedback op wat ze doen.
  • Meer individuele differentiatie mogelijk.
  • Direct inzicht in de leervoortgang van de klas en individuele leerlingen.
  • Meer tijd voor instructie, voorbereiding en remediëring door de snelle feedback van het chromebook. 

LEF-werk

LEF-werk is leerwerk wat op maat wordt samengesteld door de leerkracht voor een leerling op een Google formulier (in groep 3 nog op papier). Meestal gaat dit om EXTRA tijd die leerling krijgt naast de basislessen en de verlengde instructie (=convergent werken). Op deze manier bieden wij alle leerlingen de kans om het basisniveau van de groep te halen. Het gaat dus om extra tijd zodat ook deze leerlingen voldoende 'kilometers’ kunnen maken.

5.6. De vakken

5.6.1. Rekenen

Groep 3 rekent met behulp van de methode Semsom en vanaf groep 4 gebruiken we de leerlijn van Snappet. Een leerlijn is een beredeneerde opbouw van tussendoelen en inhouden naar een einddoel. Snappet leerlijnen heeft een bewezen didactische basis om goed te leren rekenen en sluit aan op het protocol ERWD (Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie). Het aanbod is volledig dekkend voor de kerndoelen en aanbodsdoelen van SLO. Bij elke les zien we direct aan welke doelen van de leerlijn van SLO we werken. De rekenlessen hebben een vaste opbouw die past bij het EDI-model. Iedere leerling werkt op zijn eigen tempo en niveau via tussendoelen naar het einddoel. 

Voor het automatiseren gebruiken we Bareka en Rekensprint. Met de Bareka Toetsen bouwen leerkracht en leerling samen aan een stevig Rekenmuurtje en krijgen ze een helder beeld van de rekenontwikkeling voor gerichte ondersteuning en oefening. Met Rekensprint is het mogelijk om gericht een oefenprogramma te starten waar leerlingen zwak op scoren. Op deze manier werken ze aan een stevig muurtje van basisvaardigheden.

Extra ondersteuning met rekenen bieden wij in de vorm van:

  • ICT-ondersteuning door gebruik te maken van het adaptieve programma Rekenblobs en Rekensprint; 
  • Cijferend leren rekenen;
  • Mogelijk ondersteuning door stagiaires van de school.

In de dagelijkse schoolpraktijk loopt de leerkracht soms aan tegen een 'rekenprobleem' waarvan hij of zij het vermoeden heeft of veronderstelt dat de wortels van het probleem wat verder in het verleden liggen. Met het uitvoeren van een Klein Rekenonderzoek door de KC'er kunnen de leerkrachten van de groepen 3 t/m 8 op eenvoudige wijze rekenhiaten van een leerling opsporen en op basis daarvan een passend handelingsplan maken.

5.6.2. Lezen

Lezen in groep 3

Om het leren lezen gedegen te doen, volgende we de methode 'Veilig Leren Lezen': de Kimversie. Gelijktijdig met het leren lezen, wordt het leren spellen en schrijven aangeboden. Het gelijktijdig aanbieden van lezen en spelling werkt namelijk zeer bevorderlijk voor de klank-teken koppeling en het woordbeeld. 

De eerste letters die het kind leert, zijn de letters i, k, m, s. Ook leert het kind in 'kern start' om met die letters korte woordjes te maken en te lezen, zoals: ik, kim en mis. Daarnaast leren de kinderen onder meer het verschil tussen leesletters en schrijfletters, de betekenis van nieuwe woorden, samen een verhaal lezen en praten over een verhaal, regels voor het voeren van een gesprek en afspraken die gelden bij zelfstandig werken. 

Lezen in groep 4 - 8

Het technisch lezen krijgt nog volop aandacht en daarnaast gaat er meer aandacht uit naar het begrijpend lezen. We gebruiken in de groepen 4 - 8 voor voortgezet technisch lezen de leerlijn van Snappet. We wisselen gebruik van de chromebooks af met boeken uit de schoolbibliotheek en de themaboxen (Flits, Pravoo-map, of gewoon losse teksten.) Voor begrijpend lezen worden teksten gebruikt en passen we technieken van Close Reading toe. Bij Close Reading worden de kinderen uitgedaagd een moeilijke tekst meerdere malen te lezen. Steeds krijgen ze een andere opdracht mee, waardoor ze worden uitgedaagd op verschillende manieren naar de tekst te kijken. Dit kunnen allerlei teksten zijn. 

Ook bij het lezen werken we met verschillende ontwikkelingsniveaus. Aan leerlingen die dyslectisch zijn of waar we een vermoeden hebben van dyslexie, bieden we aanvullende ondersteuning. We gebruiken daarvoor onder andere Bouw! en Letterster. Eén dag per week is een logopedist aanwezig op school. Ook zij ondersteunt leerlingen met leesproblematiek. Naast het leren lezen proberen we de kinderen ook plezier te laten krijgen in het lezen. Hiervoor gebruiken we o.a. de jaarlijkse Kinderboekenweek, boekenchallenges, boekbesprekingen etc. Tenslotte beschikt de school over een mooie schoolbibliotheek, in samenwerking met de Bibliotheek Hoeksche Waard. De schoolbibliotheek heeft vorig schooljaar een impuls gekregen en is enorm uitgebreid.

Bouw! lezen
Bij alle leerlingen van groep 2 worden in januari verschillende taalonderdelen getoetst door middel van Bouw!, een online programma dat effectieve ondersteuning biedt bij beginnende geletterdheid. Het programma helpt leerlingen, die risico lopen op problemen met lezen en spellen, inzicht te krijgen in alfabetische principes als teken-klankkoppeling en fonemisch bewustzijn. Het fonemisch bewustzijn is bijvoorbeeld het kunnen hakken van worden in losse klanken (dro-men) of het kunnen pakken van letters tot een woord. (v-i-s). 

Bouw! is gericht op het voorkomen van leesproblemen en daarmee effectiever dan remediëren wanneer achterstanden al zijn ontstaan. Het programma is bewezen effectief: scholen die ermee werken zien een blijvende afname van ruim 60% in het aantal leerlingen met leesproblemen en/of dyslexie.

5.6.3. Taal en spelling

Lezen, taal en spelling in groep 3

In groep 3 maken wij gebruik van de aanvankelijk leesmethode ‘Veilig Leren Lezen’: de Kimversie. Veilig leren lezen is een taal/leesmethode. Dat houdt in dat ervoor gekozen is om vanuit een
geïntegreerd onderwijsaanbod zowel de mondelinge als de schriftelijke taalontwikkeling op
systematische wijze te stimuleren. Wat mondelinge taalontwikkeling betreft ligt de nadruk op de
uitbouw van communicatieve vaardigheden, de bevordering van boekoriëntatie en verhaalbegrip, en
de vergroting van de woordenschat. Wat schriftelijke taalontwikkeling betreft staat het leren lezen en
spellen van eenvoudige woordstructuren centraal. Veilig leren lezen bestaat uit 12 kernen. Elke kern heeft een ankerverhaal, vanuit dit verhaal worden woorden gebruikt voor de woordenschatontwikkeling.
Rond dit ankerverhaal vinden verschillende activiteiten plaats, zowel mondeling als schriftelijk. Met
behulp van het computerprogramma oefenen de leerlingen technisch lezen, spellen en begrijpend
lezen. Na iedere kern worden de kinderen getoetst. De leerkracht voert de resultaten in en kan hierdoor zien welke kinderen extra ondersteuning of verrijking nodig hebben. Op deze manier kunnen we nog beter inspelen op de behoeften van het individuele kind.De methode biedt de leerkracht 3 verschillende aanpakken om te differentiëren. Leerlingen die extra verrijking nodig hebben zullen de zon-aanpak volgen. Deze leerlingen zullen een werkboek en leesboekje hebben wat hen verrijking biedt. De kinderen die de basisaanpak hebben, volgen de maan-aanpak, waarin de leerlijn van groep 3 terug te zien is. De leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben volgen de ster-aanpak. Deze kinderen zullen met de maan materialen extra ondersteuning krijgen van de leerkracht door een verlengde instructie. 

Taal en spelling in groep 4 - 8

Voor ons taal- en spellingsonderwijs gebruiken we de leerlijnen uit Snappet. De lessen sluiten aan op de aanbodsdoelen van de SLO. Aan de hand van aansprekende thema’s passeren allerlei activiteiten die met taal te maken hebben de revue: luisteren, spreken, spellen, spreekwoorden, creatief schrijven etc. De lessen worden gegeven vanuit de didactiek van het Directe Instructiemodel. De instructies zijn zo opgebouwd om de interactie met je klas zo effectief mogelijk te maken.

5.6.4. Sociaal-emotionele vorming

Wij werken met de methode Kwink voor de sociaal-emontionele vorming. Dit is een online methode voor sociaal-emotioneel leren (SEL), inclusief burgerschap en mediawijsheid voor de groepen 1 - 8. Het programma dat we aanbieden is gericht op preventie (van bijvoorbeeld pesten op school) en de kracht van een veilige groep. Tevens doen we mee met allerlei thema-weken, zoals de Week van de mediawijsheid, Week tegen het pesten, Gouden Weken en Week van de lentekriebels.

Daarnaast zijn scholen verplicht zorg te dragen voor een veilige school. Sinds augustus 2015 is de Wet Veiligheid op school van kracht met als doel het pesten aan te pakken en de veiligheid voor leerlingen op school te vergroten. We hebben hiervoor een sociaal veiligheidsplan opgesteld en een aanspreekpunt waar leerlingen en ouders pesten kunnen melden. Bij ons op school is dit juf Ineke Korteweg; zij coördineert het pestbeleid op onze school.

De jaarlijkse beleving van veiligheid en het welzijn van kinderen volgen we met het monitoringsysteem WMK. 

5.6.5. Schrijven

Op onze school leren de kinderen schrijven én typen! Uit onderzoek blijkt namelijk dat leren schrijven wel degelijk nut heeft. Ten eerste zorgt schrijven voor een betere ontwikkeling van de fijne motoriek. Ten tweede leren we letters beter en sneller herkennen als we letters met de hand leren schrijven. Schrijven is dus van invloed op de leesvaardigheid.

In de kleutergroepen is er al aandacht voor het schrijfonderwijs middels de methode Pennenstreken. Deze methode wordt ook gebruikt in groep 3 - 8 en biedt de leerlingen het blokschrift aan. In de groepen 7 of 8 volgen de leerlingen een typecursus.

Omdat we het schrijven belangrijk vinden, gebruiken we bij het rekenen een rekenschriftje/wisbordje om bewerkingen te noteren. Op deze manier houdt de leerkracht de controle of strategieën goed ingeslepen zijn. Bij spelling wordt er drie keer per week een 5-woorden dictee gegeven op papier en aan het eind van het blok een zinnendictee. Hierdoor willen we kinderen ook schrijvend leren hun spelling goed in beeld te houden.

5.6.6. Engels

Vanaf groepbieden we de kinderen op speelse wijze een eerste oriëntatie op deze wereldtaal. Dit doen we met de methode 'Join in'. Deze methodiek brengt de klas in beweging en laat kinderen actief de Engelse taal verkennen en toepassen. Meteen vanaf het begin spreken ze Engels met elkaar over onderwerpen die hen bezighouden. Niet de technische taalbeheersing staat centraal, maar datgene waarvoor je de taal gebruikt: communicatie. Elke les wordt er stilgestaan bij de woorden van de les, waardoor kinderen de Engelse woordenschat vergroten. De woorden worden ingeoefend via een spel en daarna verwerkt in opdrachten. In de hogere groepen komen, naast de spreekvaardigheden, ook de schrijf- en leesvaardigheden en de grammatica aan de orde. 

5.6.7. Wereldoriëntatie

De wereld ontdekken, weten welke fascinerende plaatsen er op de wereld te vinden zijn, begrijpen hoe regen ontstaat, hoe elementen van een ecologisch systeem op elkaar ingrijpen, hoe mensen in de Middeleeuwen leefden, hoe zonnecellen werken: al dit soort zaken komen aan de orde bij de vakken die vallen onder de overkoepelende term 'Wereldoriëntatie'.

Op onze school wordt al vanaf de kleutergroepen veel aandacht besteed aan deze vakken, uiteraard op een bij de leeftijd passend niveau. Er is veel ruimte om zelf dingen te ontdekken, te experimenteren met materialen, zoals bijvoorbeeld ontdekken welke materialen blijven drijven of juist zinken. 

Wij gebruiken op onze school de methode TopOntdekkers en Toptopo vanaf groep 5. TopOntdekkers is een thematische zaakvakmethode voor de groepen 1 - 8. De kinderen leren zichzelf kennen en ontdekken de wereld. De methode raakt alle vakken zoals aardrijkskunde, geschiedenis en natuur. Door thematisch onderwijs te combineren met leuke werkvormen komen de leerlingen tot nieuwe inzichten en ontwikkelen ze nieuwe vaardigheden. Ook de creatieve vakken kunnen deel uit maken van het thema. 

Binnen de school wordt ook aan techniek gewerkt. De TechniekTorens bieden veel mogelijkheden voor experimenten met techniek voor groep 1 - 8.

Schooltelevisieprogramma’s en internet spelen een ondersteunende rol, want natuurlijk worden diverse media bij deze vakken betrokken. Jaarlijks nemen de groepen deel aan een excursie of een natuurles van het Hoeksche Waards Landschap. 

5.6.8. Bewegingsonderwijs

Het is onze droom dat ieder kind plezier heeft in bewegen, want bewegen is essentieel voor de ontwikkeling van het kind. Het zorgt ervoor dat je makkelijker leert, sociale vaardigheden ontwikkelt en zowel nu als later een vitaler leven leidt. Wanneer kinderen op jonge leeftijd ontdekken dat bewegen, buiten spelen en sporten gezond is, hebben ze daar hun leven lang plezier van!

Bewegen bij de kleuters

Elke dag is er veel gelegenheid om binnen en buiten te spelen. Een kleuter heeft veel behoefte om te bewegen. Dit is heel belangrijk voor een jong kind, want zo ontwikkelt het de grove en fijne motoriek, leert het goede omgangsvormen en leert het zich oriënteren in de ruimte. Maar ook de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gestimuleerd. In het speellokaal doen we spelletjes en gebruiken we klim- en klautertoestellen en klein gymmateriaal. Daarnaast kunnen we in het speellokaal fijn bewegen op muziek. Vrij buitenspelen hoort er natuurlijk ook bij. Er zijn springtouwen, karren, fietsen, klein spelmateriaal, een zandbak, kortom: alles om je buiten te vermaken.

Bewegen in groep 3 - 8

De bewegingslessen worden gegeven door een vakleerkracht bewegingsonderwijs van Regiekr8 met behulp van de methode Beweegkr8. Deze methode is ontwikkeld door ervaren gymdocenten en is pedagogisch en didactisch onderbouwd. Met Beweegkr8 voldoen we aan de leerdoelen op het gebied van bewegen. De groepen 3 - 7 gymmen twee keer per week 45 minuten in gymzaal 't Middelpunt en groep 8 één keer per week 90 minuten (blokuur). 

Voor gymnastiek heeft uw kind aparte kleding nodig: een sportbroekje en T-shirtje of een gympakje. Gymschoenen zonder zwarte zolen zijn verplicht. Om verlies te voorkomen is het beter dat de kinderen geen sieraden, horloges en geld bij zich hebben op gymdagen. Oorbellen en ringetjes zijn gevaarlijk en moeten worden afgedaan.

5.6.9. Verkeerseducatie

Op onze school vinden we verkeerseducatie belangrijk. Daarom besteden wij hier veel aandacht aan, al vanaf groep 1 en maken daarbij gebruik van de methode 'Let's go!'. Wij willen daarmee voldoen aan de geldende kerndoelen zoals die in de wet op het basisonderwijs zijn geformuleerd. Maar een belangrijkere reden om kwalitatief hoogwaardig verkeersonderwijs aan te bieden is dat dit naar onze overtuiging een belangrijke bijdrage levert aan de stapsgewijze ontwikkeling van onze kinderen tot veilige, zelfstandige en verantwoordelijke verkeersdeelnemers.

Daarom verbindt onze school zich aan het Zuid-Hollandse programma SCHOOL op SEEF. Concreet betekent dit dat wij jaarlijks veel aandacht besteden aan verkeerseducatie, zowel in theorie als praktijk, en dat wij ons, samen met gemeente en ouders, inspannen voor een verkeersveilige schoolomgeving. Onze school werkt hierin samen met de Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid Hoeksche Waard (RPV), de gemeente Hoeksche Waard en de ouders.

Groep 7 neemt ook deel aan het theoretisch verkeersexamen en het praktijkexamen. Beide examens worden in het voorjaar afgenomen.

5.6.10. ICT

Het gebruik van de computer wordt bij veel lesactiviteiten gestimuleerd. De computer wordt gebruikt om te oefenen en om sommige toetsen digitaal af te nemen. De kinderen gebruiken de computer als middel ter ondersteuning bij hun werkzaamheden als lezen, taal en rekenen en om informatie te verwerven, bijvoorbeeld bij wereldoriëntatie. 

Ons ICT-onderwijs wordt dit schooljaar uitgebreid met digitale vaardigheden. Dit gaat om kennis en vaardigheden die nodig zijn om de werking van computers en netwerken te begrijpen, om te kunnen omgaan met verschillende soorten technologieën en om de bediening, de mogelijkheden en de beperkingen van technologie te begrijpen. Helpend hierbij is dat we al werken met zogenaamde chromebooks (kleine laptops) voor Snappet. Hierdoor is het voor een hele groep tegelijk mogelijk om op de computer te werken. De chromebooks worden ingezet bij de hoofdvakken, zoals taal en rekenen. Om dit te kunnen realiseren beschikt de school over een draadloos computernetwerk, zodat er overal in de school mee gewerkt kan worden. Daarnaast beschikt elk lokaal over een touchscreenbord. 

De groepen 1 en 2 beschikken over een aantal chromebooks per klas. Vanaf groep 3 ontvangen leerlingen elk een chromebook waar ze gedurende de komende jaren zorg voor moeten dragen. Het doel van dit medium is kinderen vertrouwd te maken met de moderne technologie als middel om kennis te vergaren en te communiceren. Voor een veilig gebruik van internet is een internetprotocol opgesteld. Daarnaast besteden we aandacht aan mediawijsheid van de leerlingen, o.a. door MediaMasters. MediaMasters is een serious game over mediawijsheid. Spelenderwijs maken leerlingen kennis met de kansen en de gevaren van (digitale) media. 

5.6.11. Creatieve vorming en muziekonderwijs

Bij ons op school krijgen de kinderen iedere week les in creatieve vorming. Voor het vakgebied muziek maken we gebruik van de vakleerkrachten van Muziekschool Hoekse Waard.

Werken aan creativiteit en expressiviteit is van grote waarde voor de ontwikkeling van kinderen. Met onderwijs in kunstzinnige oriëntatie leren kinderen hun gevoelens en ervaringen uit te drukken, te reflecteren op hun eigen werk en dat van anderen en kunst te waarderen. Dit maakt dat de opdrachten rondom creatieve vorming regelmatig geïntegreerd zijn met andere vakgebieden, zoals TopOntdekkers. De kinderen ervaren meer plezier tijdens de lessen en zijn daardoor gemotiveerder. Maar lessen worden niet alleen leuker door het inzetten van creativiteit, ze krijgen ook veel meer betekenis.

6. Kwaliteitszorg

Alle kinderen verdienen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs: onderwijs dat hen uitdaagt, dat uitgaat van hun mogelijkheden en rekening houdt met hun beperking. Kinderen die bij ons worden aangemeld, worden door onze leerkrachten zorgvuldig gevolgd in hun ontwikkeling. Wanneer een kind op cognitief of op sociaal-emotioneel gebied meer zorg en aandacht nodig heeft, dan zal de leerkracht doen wat binnen de mogelijkheden ligt om uw kind passende begeleiding te bieden. De leerkrachten werken hierin nauw samen met de kwalitietscoördinator (KC'er) en de directie.

Kinderen gaan, als het kan, naar het regulier onderwijs.Vanuit de visie van het Samenwerkingsverband streven we ernaar dat geen kind het eiland af gaat. Het onderwijs passen we zoveel mogelijk aan op de behoeften van de kinderen. Dit maatwerk vormt de basis voor het pedagogisch en didactisch handelen op De Regenboog. 

6.1. Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen op school

Vanaf het moment dat leerlingen bij ons op school komen, volgen wij hen in hun ontwikkeling. De leerkrachten volgen en registreren de ontwikkeling van alle leerlingen in verschillende systemen. Twee keer per jaar analyseren we de data die hieruit naar voren gekomen is. Het analyseren doen we cyclisch volgens de stappen van Data - Duiden - Doelen - Doen (OGW4D). Hierdoor kijken we meerdere keren per jaar naar de ontwikkeling van de leerlingen, maar ook van de groep en de school. 

Groep 1 - 2
In de groepen 1 en 2 volgen we de leerlingen voornamelijk vanuit observaties, gekoppeld aan de leerlijnen. We kijken daarbij naar de ontwikkeling van het kind binnen de leerlijnen van motoriek, spel, taal, rekenen, sociaal-emotioneel en Engels. Om de observaties te registreren, gebruiken we de KIJK! observatielijsten. 
Op taalgebied zijn we alert op de signalen van eventuele dyslexie, zodat we op tijd kunnen starten met het programma BOUW!. Dit programma streeft ernaar preventief leesproblemen in het verdere
leesonderwijs te voorkomen.

Groep 3 - 8
Vanaf groep 3 wordt de ontwikkeling van de leerlingen gevolgd door afname van methodetoetsen en niet-methode toetsen. Voor de niet-methodetoetsen gebruiken we Leerling in Beeld (CITO). Twee keer per jaar, in januari en in juni, nemen we verschillende toetsen van Leerling in Beeld af. Het gaat dan om de onderdelen:

  • Rekenen-wiskunde (vanaf groep 3)
  • Spelling (vanaf groep 3)
  • Technisch lezen met DMT en AVI (vanaf groep 3)
  • Begrijpend lezen (vanaf groep 4)
  • Leestekens (vanaf groep 6)
  • Spelling werkwoorden (vanaf eind groep 6)

In het leerlingvolgsysteem van Leerling in Beeld kunnen we de ontwikkeling van een leerling, de groep en de school goed volgen. Deze toetsen spelen ook een rol bij het advies en de schoolkeuze voor het Voortgezet Onderwijs. Sinds 2023-2024 is de doorstroomtoets in groep 8 verplicht. De leerlingen van groep 8 maken in het voorjaar de doorstroomtoets van Leerling in Beeld. De resultaten van de doorstroomtoets kunnen ertoe leiden dat de schooladviezen naar boven worden bijgesteld richting het voortgezet onderwijs. 

Schoolbreed
Schoolbreed volgen we de leerlingen op sociaal-emotioneel gebied aan de hand van de observatielijsten van Kindbegrip. Twee keer per jaar vullen de leerkrachten vragenlijsten in over elke leerling, waarmee ze kijken hoe de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling verloopt. Als we zien dat een leerling wat meer ondersteuning kan gebruiken op sociaal-emotioneel gebied, biedt Kindbegrip verschillende handelingsadviezen voor de leerkracht. De leerkracht kan ook altijd advies of ondersteuning vragen van de kwaliteitscoördinator. De uitkomsten van de vragenlijsten worden intern besproken en geanalyseerd. 

ParnasSys
Op school werken we met ParnasSys als leerling- en administratiesysteem. In ParnasSys heeft ieder kind een eigen leerlingdossier. In het leerlingsysteem beschrijven de leerkrachten de ontwikkeling van de leerling op cognitief en sociaal-emotioneel gebied. Ook bevat het dossier observaties, toetsgegevens, resultaten van werk in de klas, handelingsplannen en verslagen van gesprekken met het kind, de ouders of externe deskundigen. Alle persoonlijke gegevens worden vertrouwelijk behandeld. Als een kind onze school verlaat, wordt het dossier na toestemming van ouders overgezet naar de volgende school. Ouders hebben inzage in een deel van het dossier via het Ouderportaal. 

Opbrengstgericht werken in 4D

6.2. Organisatie van de leerlingzorg

De leerkrachten houden de leerlingen dagelijks in de gaten en opvallende zaken worden besproken met de kwaliteitscoördinator en de ouders van de leerling. Van gevoerde overleggen en gesprekken wordt een verslag gemaakt, wat in het (digitale) dossier van de leerling wordt bewaard. Ouders hebben via het Ouderportaal toegang tot dit verslag. De inloggegevens voor het Ouderportaal worden versterkt zodra uw kind is ingeschreven bij ons op school. Als u geen toegang meer heeft, geef dit dan aan bij de leerkracht zodat er een nieuwe toegangscode kan worden verzonden. 

Binnen de
groep vindt een groot gedeelte van de leerlingenzorg plaats. In eerste instantie gebeurt dit door het bieden van goed onderwijs. De keuzes die we gemaakt hebben in het aanbod, staat beschreven in hoofdstuk 5 van de schoolgids. Daarnaast orgniseren wij leerlingzorg op school door:

  • afname van (signalerings)toetsen
  • registratie van ontwikkelingen en resultaten
  • uitvoering van het groepsplan door de leerkracht(en)
  • uitvoeren en evalueren van een individueel begeleidingsplan of ontwikkelperspectief door de leerkracht.

Voor dit alles is goed klassenmanagement en zelfstandig werken een voorwaarde om te komen tot individuele begeleiding en uitvoering van de groepsplannen binnen de groep. De kwaliteitscoördinator ondersteunt de leerkrachten hierbij waar nodig. 

6.3. De kwaliteitscoördinator

De kwaliteitscoördinator (KC'er) is verantwoordelijk voor het zorgbegeleid en heeft coördinerende en begeleidende taken. Samen met de leerkrachten volgt zij de ontwikkeling van alle kinderen op school. Zij helpt leerkrachten en ouders met hulpvragen over kinderen en kijkt gezamenlijk met leerkrachten en ouders wat een passende oplossing is. 

De KC'er begeleidt de leerkrachten met het bieden van zorg in de groep. We streven ernaar om alle hulp en begeleiding aan leerlingen zoveel mogelijk binnen de groep te laten plaatsvinden. Om dit goed te monitoren en begeleiden, kijkt de KC'er regelmatig mee in de groep en adviseert zij de leerkrachten over hun pedagogisch en didactisch handelen. Meerdere keren per jaar bespreekt de KC'er de voortgang van de groep en van individuele leerlingen met de leerkrachten. Dit gebeurt tijdens de groepsbesprekingen, leerlingbesprekingen en 'op koers gesprekken'. Waar nodig ondersteunt de KC'er de leerkracht in het opstellen van (hulp)plannen.

De KC'er onderhoudt ook de contacten met de betrokken externen van de school. Betrokken externen bij de school zijn:

  • orthopedagoog vanuit CSG de Waard
  • het Samenwerkingsverband 
  • schoolmaatschappelijk werk 
  • jeugdverpleegkundige 
  • logopedie 
  • dyslexiebehandelaar
  • bovenschools expert hoogbegaafdheid.

6.4. Extra ondersteuning

Het kan zijn dat uw kind moeite heeft de lesdoelen te halen en/of zich niet prettig voelt. Vaak is dit te merken aan het gedrag: verstoren van de les, teruggetrokken gedrag of weinig betrokkenheid tonen. Vaak kunt u het als ouders ook merken aan de verhalen van uw kind of u hoort dit van de leerkracht. Het kan gaan om:

  • de leerstof: deze is onvoldoende afgestemd op de mogelijheden van uw kind.
  • de begeleiding door de leerkracht: de instructie is te snel/te weinig/te moeilijk voor uw kind.
  • het welbevinden: uw kind gaat met tegenzin naar school, wordt gepest of voelt zich om andere redenen niet prettig.

We bespreken de zorgen dan graag met u als ouder (en kind), en ondernemen stappen op de volgende niveaus:

  • Niveau van de leerkracht: de leerkracht gaat met u in gesprek om samen te kijken wat uw kind nodig heeft en hoe de school hier het best passend bij aan kan sluiten.
  • Niveau van de kwaliteitscoördinator: wanneer de besproken ondersteuning tussen ouder(s) en de leerkracht onvoldoende effect heeft, wordt de expertise van de kwaliteitscoördinator gevraagd. Zij zal aansluiten bij een gesprek met ouder(s) en de leerkracht en gezamenlijk wordt er gekeken naar de hulpvraag en mogelijke ondersteuning. Dit gesprek wordt vastgelegd en ouders hebben inzage in de afspraken die tijdens het gesprek worden gemaakt. 
  • Niveau van de extern begeleider: wanneer de voorgaande stappen niet leiden tot voldoende resultaat, gaat een extern begeleider in overleg aan de slag. De ondersteuning van de extern begeleider kan gericht zijn op de leerkracht of op de leerling. Binnen de externe ondersteuning kunt u denken aan de volgende personen:
    • een aan school verbonden orthopedagoog
    • een expert op het gebied van hoogbegaafdheid
    • een schoolmaatschappelijk werker.
  • Niveau van de ondersteuningscommissie: wanneer de interventies niet geleid hebben tot het gewenste resultaat, wordt de leerling aangemeld bij de ondersteuningscommissie. Deze commissie gaat in gesprek met leerkracht, kwaliteitscoördinator, leerling en ouders. Hieruit kunnen de volgende adviezen komen:
    • een pre-ambulant medewerker gaat de school ondersteunen
    • plaatsing van de leerling op een andere basisschool
    • plaatsing van de leerling op een speciale basisschool in Oud-Beijerland
    • plaatsing van de leerling op een speciale school.

Voor vragen kunt u zich wenden tot de directeur of de kwaliteitscoördinator. Is er in uw beleving als ouder onvoldoende duidelijkheid, dan kunt u zich wenden tot het SWV. 

SWV PO en SVW VO
Johannes Kolfstraat 1
3273 CA Westmaas
info@swv2804.nl
website: https://swv2804.nl/

6.5. Passend onderwijs

De basisscholen in de Hoeksche Waard werken vanuit de gedachte :'Samen op ons eiland'. We zien verschillen tussen kinderen als kans om van en met elkaar te leren en we gunnen het kinderen om op de school in het eigen dorp of op het eiland onderwijs te volgen. Op die manier leren kinderen dat verschillen er mogen zijn en dat school een plek is waar leerkrachten hun best doen om aan die verschillen tegemoet te komen. Dat laatste noemen we passend onderwijs. We kijken naar de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van alle leerlingen en stemmen ons onderwijs daar zoveel mogelijk op af. 

Schoolondersteuningsprofiel (SOP)

Op onze school hebben wij het schoolondersteuningsprofiel (SOP) opgesteld. In het SOP staat beschreven welke mogelijkheden wij als school hebben voor de ondersteuning van kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften. U kunt het schoolondersteuningsprofiel op onze website vinden onder 'Onze school - leerlingenzorg - schoolondersteuningsprofiel'.

Basisondersteuning

Wij bieden basisondersteuning aan alle leerlingen. Dat betekent dat wij ook ondersteuning bieden aan leerlingen met dyslexie of dyscalculie, dat wij een aanpak hebben voor of ter voorkoming van gedragsproblemen en dat wij hulp en begeleiding bieden aan leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde intelligentie.  
Daarnaast biedt onze school ook een aantal extra ondersteuningsmogelijkheden voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Bij aanmelding van een kind met specifieke onderwijsbehoeften wordt er samen met de ouders gekeken naar wat de mogelijkheden en beperkingen zijn van De Regenboog met betrekking tot het geven van goed onderwijs aan het betreffende kind.

Passende plaats

Het streven is om elk kind passend onderwijs dicht bij huis te bieden. De school zoekt in overleg met ouders een passende plek. Dit kan de eigen school zijn of, als de school niet de juiste begeleiding kan bieden, een andere reguliere of speciale school. In de afweging naar de best passende plek kunnen school en ouders hulp vragen bij het Samenwerkingsverband. Onze school is aangesloten bij het Samenwerkingsverband (SWV) passend primair onderwijs Hoeksche Waard 28.04. Alle informatie over dit samenwerkingsverband kunt u vinden op de website van het samenwerkingsverband: www.swv2804.nl

6.6. Samenwerking met betrokkenen uit de regio

Als school staan we niet alleen. We hebben dan ook regelmatig contact met verschillende instellingen over de begeleiding van onze leerlingen. Hierbij kunt u denken aan:

  • het Samenwerkingsverband
  • de Jeugdverpleegkundige
  • Schoolmaatschappelijk werk
  • Logopedie
  • Jeugdteam Hoeksche Waard
  • Veilig Thuis
  • Raad voor de Kinderbescherming
  • Centrum voor Jeugd en Gezin Oud-Beijerland
  • Scholen voor voortgezet onderwijs
  • Psycholoog of orthopedagoog van verschillende instellingen
  • Leerplichtambtenaar
  • Huisarts.

Drie keer per jaar is er een overleg tussen de kwaliteitscoördinator, jeugdverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werker. Dit overleg wordt een ZAT (Zorg Advies Team) genoemd. Tijdens het ZAT kunnen hulpvragen van ouders, leerkrachten of een leerling zelf worden besproken. Kinderen worden alleen besproken in het ZAT als daar door ouders toestemming voor is gegeven.

6.6.1. Samenwerkingsverband

Het Samenwerkingsverband (SWV) is een overkoepelende organisatie in de Hoeksche Waard. Het SWV zet zich in om zoveel mogelijk leerlingen een passende onderwijsplek te bieden binnen de Hoeksche Waard. Bij voorkeur op een reguliere basisschool en waar nodig op één van de betrokken scholen voor speciaal (basis)onderwijs. Deze afstemming gebeurt samen met het SWV, de school, ouders en andere partners op het eiland. 

Het is de visie van het Samenweringsverband dat alle kinderen in de Hoeksche waard een fundamenteel recht hebben op onderwijs, bij voorkeur op de reguliere school in de buurt. Onderwijs op een reguliere school biedt kinderen meer kansen voor gelijke behandeling, het kan preventief werken ten aanzien van discriminatie en het stimuleert de integratie van leerlingen met een beperking in de samenleving.

De leerkrachten en docenten staan centraal binnen onze Samenwerkingsverbanden. Om inclusiever onderwijs te kunnen realiseren is het essentieel om oog te hebben voor de positieve invloed die zij kunnen hebben op de ontwikkeling van leerlingen. Het is van belang om leerkrachten en docenten daarin goed te ondersteunen. Dat vraagt dus én om een goede ondersteuningsstructuur én om mogelijkheden voor leerkrachten en docenten om zich verder te ontwikkelen.

Bij de uitvoering van onze plannen werken we nauw samen met onze scholen en houden we nadrukkelijk rekening met de haalbaarheid. Ook de samenwerking met ouders is van groot belang om te slagen in thuisnabij onderwijs. Het is onze plicht als Samenwerkingsverbanden om ouders goed te informeren. Het is de taak van scholen om ouders er altijd bij te betrekken als er een individueel handelingsplan moet worden opgesteld en uitgevoerd. Zij zijn gelijkwaardige gesprekspartner en ervaringsdeskundige.

Vanuit het Samenwerkingsverband is Carli Uitterlinden als orthopedagoog betrokken bij onze school. Zij komt vier keer per jaar op school voor een spreekuur. Het spreekuur is een moment waarop de kwaliteitscoördinator kan sparren met de orthopedagoog over leerlingen die wellicht meer of andere ondersteuning nodig hebben. Ouders worden op de hoogte gesteld als hun kind wordt besproken tijdens het spreekuur en de uitkomsten van het gesprek worden teruggekoppeld naar ouders. Vanuit het spreekuur kan er een CLB-traject worden opgestart waarin de leerling via de leerkracht extra ondersteuning krijgt. CLB staat voor consultatieve leerlingbegeleiding en is een samenwerking tussen orthopedagoog, kwaliteitscoördinator, leerkracht en ouders. Mocht een CLB-traject niet voldoende zijn, dan wordt er contact gezocht met de ondersteuningscommissie van het SWV om te onderzoeken wat verdere begeleidingsmogelijkheden zijn. Mochten we zien dat het volgen van regulier onderwijs op onze school niet haalbaar is, dan kan er met de ondersteuningscommissie ook gekeken worden naar een overstap naar het speciaal (basis)onderwijs. 

6.6.2. Jeugdverpleegkundige

In het verleden bent u waarschijnlijk met uw kind naar de jeugdverpleegkundige of jeugdarts op het consultatiebureau geweest. U kon daar terecht met vragen over bijvoorbeeld eten, slapen, zindelijkheid, praten, ontwikkeling van uw kind, vaccinaties en allerlei andere zaken. Er werd gekeken naar groei, ontwikkeling en gezondheid.

Op de basisschool krijgen alle leerlingen in groep 2 een gezondheidsonderzoek aangeboden. Ieder kind wordt dan gemeten op lengte en gewicht. Ook worden de ogen en het gehoor getest. Als het nodig is, kan er een vervolgonderzoek plaatsvinden. Ouders worden op de hoogte gesteld wanneer dit onderzoek plaatsvindt. 
In groep 7 krijgen alle leerlingen een contactmoment op aanvraag aangeboden. Zowel ouders als school kunnen hier gebruik van maken als er zorgen zijn. 

Mocht u vragen hebben die u graag met de jeugdverpleegkundige of jeugdarts wilt bespreken, neem dan gerust contact met hen op!

Jeugdverpleegkundige Aletta de Vries: al.devries@jongjgz.nl
Jeugdarts Angelique Zondag: a.zondag@jongjgz.nl
Algemene mailadres: jgzhw@jongjgz.nl

6.6.3. Schoolmaatschappelijk werk

Schoolmaatschappelijk werk is er voor u en al uw vragen met betrekking tot het opgroeien van uw kind. U kunt hierbij denken aan het gedrag van uw kind, moeilijkheden in de thuissituatie, als uw kind onzeker is, als er sprake is van echtscheiding of als u bepaalde twijfels of vragen heeft. Soms maakt u zich zorgen en kan het prettig of nuttig zijn om met iemand van gedachten te wisselen. Aarzel dan niet om eens binnen te stappen.Het schoolmaatschappelijk werk biedt kortdurende preventieve hulp en verwijst indien nodig door, waarbij gebruik gemaakt wordt van korte lijnen binnen de hulpverlening. Uiteraard gaat alles in overleg en met toestemming met u als ouders. 

Ouders kunnen rechtstreeks contact opnemen met Schoolmaatschappelijk werk, maar school kan ouders ook adviseren om Schoolmaatschappelijk werk te raadplegen. Onze schoolmaatschappelijk werker is Solé van Leenen. Zij is bereikbaar op dinsdag t/m vrijdag op telefoonnummer 06-11926651 of e-mail: s.vanleenen@kwadraad.nl

Als u twijfelt of het schoolmaatschappelijk werk iets voor u kan betekenen, kunt u dit altijd even overleggen met de leerkracht van uw kind of de kwaliteitscoördinator. 

6.6.4. Logopedie

Elk jaar screent een logopedist onze 5-jarige leerlingen op het gebied van taal- en spraakproblemen. Opvallende uitkomsten worden met de ouders besproken. 

Een logopedist voert behandelingen uit bij problemen op het gebied van de taal, de spraak, de stem, het (begrijpend) lezen of de spelling. Deze problemen worden vaak op school gesignaleerd; verwijzing gaat via de huisarts of specialist. Logopedie wordt volledig vergoed vanuit de basisverzekering.

Wij werken samen met Spreekvaart Logopedie. Roos Biesheuvel is als logopediste betrokken bij school. Roos is één dag in de week, veelal de maandag, aanwezig op onze school. Zij is te vinden in het logopediekamertje op de begane grond. U kunt Roos bereiken via roos@spreekvaart.nl Meer informatie over de praktijk vindt u op www.spreekvaart.nl 

6.7. Bovenschoolse voorzieningen

6.7.1. De Kangoeroeklas

Binnen CSG de Waard is er een regionale plusklas, genaamd ‘De Kangoeroeklas’. In deze klas wordt onderwijs verzorgd aan vermeend (hoog)begaafde leerlingen. Deze kinderen denken anders, leren anders, redeneren anders. Naast uitdaging op cognitief gebied, aangeboden op de basisschool, hebben hoogbegaafde leerlingen behoefte aan contacten met ontwikkelingsgelijken. In de Kangoeroeklas is hier ruimte voor. De leerlingen die deelnemen aan de Kangoeroeklas komen één dagdeel per week bij elkaar en krijgen een speciaal programma aangeboden. Dit programma bestaat uit drie onderdelen:

  • Activiteiten gericht op sociaal- emotionele ontwikkeling: strategische spellen, filosofie, drama, beeldende kunst etc.
  • Activiteiten gericht op kennis en vaardigheden: gezamenlijke en individuele projecten op het gebied van rekenen, taal, waaronder een vreemde taal en wereldoriëntatie.
  • Individuele projecten op basis van de eigen keuze van de leerling.

Aanmelden voor de Kangoeroeklas geschiedt in overleg met de ouders, de leerkracht en de  kwaliteitscoördinator van de school en kan twee keer per jaar: in juni en november. 

6.7.2. Beeldcoaching

Binnen Stichting CSG De Waard werken we voortdurend aan de professionalisering van leerkrachten en daarmee aan de kwaliteit van het onderwijs. Een vorm van professionalisering is Beeldcoaching. Beeldcoaching is een methode om leraren praktisch te ondersteunen bij de interactie, de didactiek en de klassenorganisatie in de groep. Het is mogelijk dat uw kind gedurende het jaar op deze videobeelden komt te staan. Ze zijn alleen voor intern gebruik, worden niet openbaar gemaakt en na een traject gewist. Het protocol met de gedragscode Beeldcoaching kunt u eventueel opvragen bij de directeur van de school. Wij gaan ervanuit dat u toestemming geeft de beelden voor bovenstaande doelen te gebruiken. Mocht u bezwaar hebben of meer informatie wensen, dan kunt u contact opnemen met de directeur van de school.

6.8. Overgang naar jaargroep

Overgang bij de kleuters

Bij de overgang van groep 2 naar groep 3 is het volgen van de ontwikkeling van het kind van groot belang. Wij kijken daarbij bijvoorbeeld naar de werkhouding, de motoriek en de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen. Tevens observeren we de leerlingen en voeren we gesprekken met de leerkrachten en met u als ouders. 

Alle leerlingen die geboren zijn na 1 januari, zijn voor ons leerlingen die niet automatisch over gaan naar groep 3. Zij missen een periode van onderwijs in de kleutergroepen die soms van wezenlijk belang is om een goede overstap naar groep 3 te waarborgen. Uiteraard nemen wij u als ouders mee in de aanloop naar onze eindbeslissing.

Overgang in groep 3 - 8

In principe doorloopt een kind de basisschool in acht opeenvolgende jaren. In het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen zien we soms ook leerlingen waarvan wij denken dat zij erbij gebaat zijn om een jaargroep over te doen (vertragen) of om (een deel van) een leerjaar over te slaan (versnellen). Tijdens de groeps- of leerlingbespreking kijken de leerkracht en de KC'er hier gezamenlijk naar. Als we vermoeden dat vertragen of versnellen wenselijk is, dan nodigen wij u als ouders uit voor een gesprek op school. Doel van dit gesprek is om vanuit eerlijke en open communicatie te kijken en af te wegen wat het beste is voor uw kind. 

Het kan zijn dat de keuze wordt gemaakt voor vertragen. Uw kind doorloopt na de zomervakantie in de basis hetzelfde leerjaar nog een keer, met aanpassingen op persoonlijke leerdoelen. Redenen voor het laten overdoen van een jaar kunnen zijn dat de extra ondersteuning onvoldoende resultaat heeft opgeleverd of omdat de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind achterblijft. Wanneer een kind een jaar overdoet, ondersteunt de leerkracht het kind extra volgens een specifieke aanpak, beschreven in een plan. Zo ondersteunen we het kind om zich optimaal te ontwikkelen en aangehaakt te blijven op het niveau van het leerjaar. 

Het kan ook zijn dat we tot het besluit komen dat de leerling door gaat naar de volgende groep met aanpassingen in het aanbod op één of meer vakgebieden. Dit wordt vastgelegd in een ontwikkelperspectiefplan (OPP) en gebeurd altijd in overleg met ouders. In het geval van versnellen, slaat uw kind (een deel van) het leerjaar over en komt dus versneld in een hogere groep terecht. 

De uiteindelijke beslissing over versnellen, vertragen of een aangepast plan is een schoolverantwoordelijkheid. Dit houdt in dat het team van de school hierover een bindend besluit neemt.

7. Onderwijsontwikkeling en resultaten

De Regenboog is onderdeel van scholenstichting CSG De Waard en ligt in de gemeente Hoeksche Waard. Onze school werd per 1 oktober 2023 bezocht door 166 leerlingen. De verdeling van de leerlingen over de leerjaren verschilt in de onderbouw ten opzichte van de bovenbouw. De school groeit, wat maakt dat er meer kinderen in de onderbouw zitten. Het grootste deel van onze leerlingen woont in Zuid-Beijerland (94,3%). Een klein percentage komt uit de omliggende gebieden, zoals Klaas Waal. 

De gemiddelde schoolweging van de afgelopen drie jaar is 28,35. Dit betekent dat we gemiddeld tot meer stimulerende factoren hebben vergeleken dan met scholen met een hogere schoolweging. Het voorspelt een gemiddeld tot hoog resultaat op de eindresultaten.

De gemiddelde schoolspreiding van de afgelopen drie jaar is 5,41. Dit betekent een samenstelling van meer homogene populatie en voorspelt dat er gemiddeld tot minder verschillen tussen de leerlingen zullen zijn. Dat heeft onder andere gevolgen voor de aanpassingen die we doen op ons pedagogisch en didactisch handelen en de extra ondersteuning.

7.1. Ontwikkelplan van de school

Het Ontwikkelplan 2024-2025 is afgeleid van het Meerjarenplan 2024-2027. Beide plannen zijn besproken met de MR en in te zien op school. Het Ontwikkelplan bestaat uit verschillende onderwerpen waarbij doelstellingen geformuleerd zijn, de aanleiding van agenderen en de fase van het proces (voorbereiden/invoeren/evalueren/borgen) zijn weergegeven. Op al deze onderdelen zijn de acties voor dit schooljaar genoteerd en tevens wie er verantwoordelijk is voor dit proces. 

Voor 2024-2025 zijn de volgende vijf onderwijskundige doelen geformuleerd, die opgepakt worden door de verschillende projectgroepen:

  • Burgerschap: vanuit de visie van de school een dekkend aanbod bieden van kennis, vaardigheden en attitude, afgestemd op de leerlingpopulatie van de school.
  • Taal: verbeteren van het aanbod en didactiek van ons taalonderwijs om de schoolambitie te halen.
  • Rekenen: lesgeven vanuit de referentieniveaus en het aanbod en de didactiek hierop afstemmen om de schoolambitie te halen.
  • Zicht op Ontwikkeling: vergroten van het zicht hebben op de ontwikkeling en onderwijsbehoeften van de leerlingen en het bieden van een passend lesaanbod.
  • Beredeneerd onderwijs kleuters: vanuit de visie op kleuteronderwijs werken aan de ononderbroken ontwikkeling middels het aanbieden van een aanbod dat past bij het niveau van de leerling (beredeneerd onderwijsaanbod).

In het meerjarenplan zullen bovenstaande onderwerpen nog meerdere jaren terug te zien zijn om de ontwikkeling te borgen en het proces te blijven volgen. Plannen voor de komende jaren gaan over de thema's: 

  • Eigenaarschap van leerlingen
  • Taalonderwijs (stellen)
  • Kwaliteitszorg (ondersteuningsstructuur en individuele handelingsplannen)
  • Aanbod en beleid rondom hoogbegaafden onderwijs
  • Personeelszorg (scholing en ontwikkelplannen)
  • ICT (visie en leerlijn ict vaardigheden)
  • Ouderparticipatie
  • Samenwerking met partners (buurtschool en BSO)
  • Gebouw en beheer

7.2. Resultaten

Jaarlijks toetsen we of we als school nog steeds met het juiste bezig zijn. We hebben op verschillende gebieden onze eigen kwaliteitskaarten ontwikkeld. Ieder jaar zetten we een aantal van de kaarten om in een vragenlijst en kijken we of we nog steeds doen wat we in het verleden met elkaar hebben afgesproken. Wanneer dit anders blijkt te zijn, gaan we hier als team met elkaar over in gesprek en passen we waar nodig de kwaliteitskaart aan. 

Wij volgen de resultaten van de leerlingen nauwgezet en houden de gegevens van de resultaten bij in het leerlingvolgsysteem van ParnasSys. Op basis van de gegevens uit de toetsen worden de groepsplannen op- of bijgesteld. Ook kijken we op schoolniveau of we op weg zijn om de schooleigen ambities te behalen. We streven ernaar om deze ambities in alle groepen te behalen, zodat we de leerlingen van onze school laten uitstromen op een passend niveau. Het is ons streven dat:

  • 35% van de leerlingen uitstroomt boven het 1S/2F niveau
  • 80% van de leerlingen uitstroomt op het 1S/2F niveau
  • 100% van de leerlingen uitstroomt op het het fundamentele 1F niveau

In de afgelopen drie jaar zijn de opbrengsten als volgt:

  1S/2F 1F <1F
2021-2022 67 % 100 % 0 %
2022-2023 69 % 98 % 2%
2023-2024 74 % 100 % 0 %
Gemiddeld  70 % 99 % 1 %

De komende jaren blijven we inzetten op het versterken van de uitstroom aan de bovenkant. Om dit te bereiken, zetten we teamscholing en expertise van buitenaf in. 

7.3. Uitstroom

In het schooljaar 2023-2024 gingen onze groep 8-leerlingen naar de volgende scholen voor voortgezet onderwijs:

CSG Willem van Oranje te Oud-Beijerland 8 leerlingen
Hoeksch Lyceum te Oud-Beijerland 2 leerlingen
Actief College te Oud-Beijerland 2 leerlingen
Willem van Oranje College te Waalwijk 1 leerling
CSG Prins Maurits te Middelharnis 1 leerling

 

Zij werden doorverwezen naar de volgende niveaus: 

VMBO Basis/ VMBO Kader  7%
VMBO Kader / VMBO Gemende leerweg  0%
VMBO Gemende leerweg / VMBO Theoretische leerweg 7%
VMBO Theoretische leerweg / HAVO 21%
HAVO  14%
HAVO / VWO  14%
VWO          37%

De score van de doorstroomtoets van Leerling in Beeld was 180. Dit is boven het landelijk gemiddelde van 176. 

8. Ouders en school

8.1. Driehoek kind - ouder - leerkracht

Op De Regenboog vinden we het belangrijk om de communicatie helder en transparant te houden en hechten we waarde aan een goede samenwerking. Uit onderzoek blijkt dat ouders van groot belang zijn voor de schoolprestaties van hun kind. Ouderbetrokkenheid heeft zowel direct als indirect invloed. De kern van ouderbetrokkenheid bestaat uit goede communicatie. De leerkracht heeft inbreng als onderwijsprofessional en de ouder als ervaringsdeskundige. Een goede communicatie tussen school en ouders doet het sociaal-emotioneel functioneren, de werkhouding en de schoolprestaties van leerlingen toenemen.

Contactmomenten met ouders

Om goed op de hoogte te blijven hoe het gaat op school en thuis, hebben we een aantal contactmomenten met ouders ingepland:

  • In september houden we startgesprekken. Tijdens deze gesprekken kunt u kennis maken met de leerkracht en de ontwikkelpunten en doelen voor uw kind voor dit jaar bespreken. Wat vindt u dat de leerkracht moet weten over uw kind? Door deze afstemming proberen wij samen de beste aanpak voor uw kind te creëren.
  • In november vindt er een voortgangsgesprek plaats met u als ouder en de leerkracht. Vanaf groep 5 zijn de leerlingen zelf bij dit gesprek aanwezig. De gesprekken gaan ten slotte over hun ontwikkeling. 
  • In februari krijgt uw kind zijn/haar eerste rapport. Rondom dit rapport vindt altijd het rapportgesprek plaats. Ook bij dit gesprek zijn de leerlingen vanaf groep 5 bij het gesprek aanwezig.
  • In juni krijgt uw kind zijn/haar tweede rapport. Een rapportgesprek is dan facultatief en kan worden aangevraagd door de ouder(s) en door de leerkrachten. 

Eén keer in de zes weken worden er kijkmomenten georganiseerd. Ieder kind kan dan de werkjes/ schriftjes laten zien aan geïnteresseerden. Deze momenten zijn afwisselend in de ochtend of middag. 

Extra contactmomenten zijn in overleg mogelijk. Wij vinden het namelijk van belang dat we: 

  • in een zo vroeg mogelijk stadium contact hebben met ouders over gesignaleerde zorg of opvallendheden
  • op de hoogte zijn van eventuele veranderingen of zorg in de thuissituatie
  • met ouders overleggen of externe deskundigheid gewenst is 
  • ouders actief betrokken zijn bij speciale leerlingbegeleiding.

8.2. Het vervolgonderwijs

Na groep 8 stromen de leerlingen door naar het voortgezet onderwijs. Dit is voor veel leerlingen, én ouders, een spannende tijd. In het voortgezet onderwijs kan uw kind op verschillende onderwijsniveaus worden aangemeld. Om goed te kijken naar welk niveau wij denken passend is, kijken wij naar:

  • (observaties van) sociaal-emotionele vaardigheden
  • (observaties van) praktijkgerichte vaardigheden 
  • (observaties van) werkhouding en motivatie
  • resultaten van toetsen van Leerling in Beeld (CITO)
  • resultaten op methodegebonden toetsen
  • resultaat van een capaciteiten- of intelligentieonderzoek
  • zorgdossier van de leerling 
  • gesprekken met ouder(s) van de leerling
  • resultaten van de doorstroomtoets (voorheen eindtoets). 

Eind groep 7 krijgt uw kind een voorlopig advies. Dit advies staat nog niet vast, maar geeft wel richting in groep 8 voor het kijken naar verschillende middelbare scholen. Aan het begin van groep 8 worden de B8 toetsen van Leerling in Beeld afgenomen. In januari van dat schooljaar volgt dan het definitieve VO-advies. 

In februari maken de leerlingen de doorstroomtoets van Leerling Beeld. De resultaten van de doorstroomtoets kunnen er alleen voor zorgen dat het schooladvies naar boven kan worden bijgesteld. In enkele gevallen stellen we het advies niet bij. Dit onderbouwen wij naar de ouders middels bovenstaande onderwerpen. Wanneer u het niet eens bent met het advies van de school, kunt u in bezwaar gaan door een brief te sturen naar de school.

De resultaten van de doorstroomtoets zijn in maart bekend en worden dan ook met de ouders gedeeld. Eind maart moeten alle leerlingen zijn aangemeld bij de school van hun keuze. 

8.3. Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

Met ingang van 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in werking getreden. Met deze verordening worden de regels rondom de verwerking van persoonsgegevens verder aangescherpt. 

CSG De Waard en onze school nemen de verantwoordelijkheid voor de privacy en de persoonsgegevens serieus. Wij verwerken alleen persoonsgegevens die rechtmatig zijn verkregen (zoals bedoeld in art. 6 van de AVG). Deze persoonsgegevens worden uitsluitend gebruikt ten behoeve van het onderwijs, de ontwikkeling en het welbevinden van de kinderen. Wij gaan zorgvuldig om met informatiebeveiliging en privacy. Meer informatie hierover is te vinden op de website van CSG De Waard.

Wanneer uw kind bij ons op school komt, ontvangt u een brief waarin we u om toestemming vragen om foto’s te mogen plaatsen op het openbare deel en/of het beveiligde deel van onze website of in Parro. Als u hier bezwaar tegen heeft, kunt u dit aangeven. Wanneer u dit in de toekomst wilt aanpassen, dan kunt u dit melden bij de administratie. Over die mogelijkheid wordt u ieder schooljaar door ons geattendeerd. 
 
Daarnaast verstrekken wij twee keer per jaar gegevens over de schoolresultaten van onze
leerlingen ten behoeve van het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs. Hiermee kunnen wij de kwaliteit van ons eigen onderwijs verbeteren en vergelijken met het landelijk gemiddelde. Het CBS verzamelt de gegevens en zorgt ervoor dat deze niet te herleiden zijn tot personen. Meer hierover leest u in het PDF-bestand: 
                         Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs

8.4. Informatievoorziening

In schooljaar 2023-2024 zijn we gestart met het gebruik van de Parro app van ParnasSys. Berichten vanuit de groep en het huiswerk worden via dit kanaal gecommuniceerd naar de ouders. ParnasSys biedt ook een Ouderportaal waar de resultaten van de kinderen zichtbaar zijn. De ouders krijgen inloggegevens die zowel voor het Ouderportaal als voor Parro gelden. 

Vrijwel iedere maand verschijnt er een digitale Maandbrief met allerlei informatie over de school, bestemd voor de ouders. Deze wordt gemaakt door de directeur en de administratief medewerker. 

Aan het begin van het jaar ontvangt u een jaarkalender waarop alle activiteiten en vakanties van het schooljaar staan vermeld.

Bij de start van het schooljaar vindt er een informatieavond voor ouders/verzorgers plaats voor de groepen waarvoor dit het meest relevant is.

De school beschikt over een eigen website waar alle (actuele) informatie over de school te vinden is en waar elke groep een eigen pagina heeft. Bezoek ook eens onze Facebookpagina en instagrampagina

8.5. Ouderraad

De belangrijkste taak van de Ouderaad (OR) is het verlenen van medewerking aan binnen- en buitenschoolse activiteiten. Zo is de OR van onschatbare waarde bij het Sinterklaasfeest, de Kerst- en Paasviering feest, het Zomerfeest etc. De OR bestaat uit 12 ouders en 2 leerkrachten die regelmatig bij elkaar komen (ongeveer 5 keer per jaar). De zittingsduur van ouderraadsleden is 4 jaar. De ouderraad heeft een reglement opgesteld van waaruit ze werken.  Als het nodig is, vraagt de OR extra hulp van ouders bij activiteiten.

Elk jaar vraagt de OR u om een ouderbijdrage. Deze bijdrage is vrijwillig en heeft geen gevolgen voor het al dan niet meedoen met het programma.  
De ouderbijdrage wordt gebruikt voor het Sinterklaascadeautje, de Kerst- en Paasviering en het Zomerfeest. De vrijwillige ouderbijdrage bedraagt € 30,00 per jaar en € 15,00 voor kinderen die na 1 januari op school komen. Het IBAN nummer van de Ouderraad is NL79 RABO 0160 2010 20 t.n.v. St. Ouderbijdragen.   

Het e-mailadres van de OR is or.regenboog@csgdewaard.nl

8.6. Medezeggenschapsraad

De medezeggenschapsraad (MR) behartigt de belangen van de ouders en het personeel op onze school. Het is de 'formele’ gesprekspartner van de schooldirectie; dit is wettelijk verplicht. De MR bestaat uit twee leerkrachten en twee ouders/verzorgers. De zittingstermijn van MR-leden is drie jaar en kan daarna met nog eens met drie jaar worden verlengd. De MR adviseert over en stemt in met het beleid van de school. Ook kan ze gebruik maken van hun initiatiefrecht. De MR vergadert ongeveer zes keer per jaar en de vergaderingen hebben deels een openbaar karakter. De notulen worden op de website van de school geplaatst.

8.7. Verwijderingsprocedure

In uitzonderlijke gevallen kan een leerling (tijdelijk) de toegang tot de school worden ontzegd. Ook kan een leerling geschorst of van school verwijderd worden. Het beleidsplan 'Toelating, schorsing en verwijdering leerlingen' is op school aanwezig en is na te zien op de website van CSG De Waard. Uiteraard is er in dit soort gevallen overleg tussen ouders, leerkracht, directie en het College van Bestuur.

8.8. Klachten

Wij vinden het belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven. Als u een opmerking of klacht kwijt wilt, kunt u zich in eerste instantie tot de leerkracht van uw kind wenden. Mocht u er na meerdere pogingen niet uikomen, dan kunt u vervolgens om een gesprek met de directeur van de school vragen.

Mocht de hierboven beschreven wijze niet passend zijn of wanneer u het idee heeft met uw vraag/klacht niet terecht te kunnen bij één van de bovengenoemde personen, kunt u contact opnemen met onze collega Arianne Kuiper-Goudswaard, a.kuiper@csgdewaard.nl. Zij is onze interne vertrouwenspersoon en kan u helpen met het vinden van de juiste weg.

Met ingang van 1 juni 2022 is Marissa Buijs-Tanis verbonden aan CSG De Waard als externe vertrouwenspersoon. Zij is op doordeweekse dagen bereikbaar op nr. 06-46340845 of per mail: marissa@gomaris.nl

Als de gesprekken op schoolniveau niet naar tevredenheid verlopen, kan de klager de klacht schriftelijk voorleggen aan de bestuurder a.i., de heer J. Winters, CSG De Waard, Maseratilaan 14, 3261 NA  Oud-Beijerland, tel. 0186-621461. Op de website van de stichting CSG De Waard kunt u de klachtenprocedure teruglezen.

9. Overige informatie

9.1. Vakanties en studiedagen

Het actuele vakantierooster kunt u vinden op onze website, de website van CSG De Waard en op de jaarkalender die we aan het begin van het schooljaar verspreiden.

Voor het schooljaar 2024-2025 zijn de volgende vakantiedagen ingeroosterd:

  • Herfstvakantie van 28 oktober t/m 1 november 2024
  • Kerstvakantie van 23 december 2024 t/m 3 januari 2025
  • Voorjaarsvakantie 24 t/m 28 februari 2025
  • Meivakantie van 18 april t/m 5 mei 2025
  • Hemelvaartvakantie op 29 en 30 mei 2025
  • Pinkstervakantie op 9 juni 2025
  • Zomervakantie van 21 juli t/m 29 augustus 2025

Daarnaast is er nog een aantal studiedagen waarop de kinderen vrij zijn:

  • Maandag 25 november
  • Donderdag 6 februari
  • Dinsdag 10 juni
  • Vrijdag 18 juli (deze dag mag alleen vrij worden gegeven als er zich eerder in het schooljaar geen calamiteiten hebben voorgedaan waardoor de school gesloten was).

9.2. Eten en drinken tijdens de pauze

’s Morgens eten en drinken de kinderen met elkaar in de pauze. Uw kind mag zelf wat te drinken en eten meenemen waarbij onze voorkeur uitgaat naar water, samen met wat fruit of een 'gezonde' koek.

Ook tussen de middag eten en drinken de kinderen met elkaar. Wij kiezen er als school voor dat de kinderen geen snoep mee krijgen in hun lunchtrommel. 

9.3. Verjaardagen, traktaties en juffendag

Verjaardag van uw kind

Als uw kind jarig is, mag hij/zij in de klas trakteren. U bent vrij in uw keuze wat u uw kind laat trakteren, maar geeft u niet meer dan één traktatie mee en in de onderbouw geen kauwgom of lolly’s. ‘Gezonde’ traktaties hebben natuurlijk onze voorkeur: fruit, blokjes kaas, stukjes worst, toastjes met hartig beleg, doosjes rozijnen, enz.

Juffendag

De leerkrachten vieren hun verjaardagen allemaal op dezelfde dag, de zogenaamde juffendag.

9.4. Allergieën en diëten

Waar nodig en mogelijk houden we rekening met kinderen die een allergie of andere chronische aandoening hebben. Wij vragen u ons via de ‘Toestemmingsverklaring Toediening Medicijnen’ te laten weten hoe wij hiermee rekening moeten houden. Deze verklaring kunt u opvragen bij onze administratie. Ook kan het zijn dat we individuele afspraken maken over de voor uw kind noodzakelijke maatregelen. Bij een kind met een ernstige voedselallergie zou dat bijvoorbeeld kunnen zijn dat u aanwezig bent tijdens de Paasmaaltijd of andere vieringen waarbij gegeten wordt.

9.5. Luizencontrole

Na de coronapandemie ervaren we dat er minder last is van hoofdluis en dat er geen grote uitbraken meer zijn geweest. We vragen ouders ons te informeren wanneer er hoofdluis is geconstateerd bij hun kind, zodat wij de ouders/verzorgers van de betreffende groep kunnen vragen hun eigen kinderen extra te controleren. 

9.6. Schoolreis en schoolkamp

Aan het begin van het schooljaar gaat groep 8 drie dagen op schoolkamp. De groepen 1 t/m 7 gaan aan het einde van het schooljaar een dag op schoolreis. 

Voor de begeleiding van de schoolreis wordt altijd eerst gekeken naar het aantal leerkrachten en stagiaires die meegaan en vervolgens worden de ouders uit de MR en OR gevraagd. Mocht er dan nog hulp nodig zijn, wordt er gekeken naar de groep ouders die veel helpen binnen de school. Zijn er teveel aanmeldingen, dan wordt er geloot. 

Naar het schoolkamp gaan in eerste instantie alleen de leerkrachten mee. Mocht dit niet voldoende zijn, dan vragen de groepsleerkrachten zelf hulp van ouders.

De eigen bijdrage aan de schoolreis wisselt per schooljaar en is afhankelijk van de locatie en de vervoersprijzen. Over de hoogte van dit bedrag wordt u tijdig op de hoogte gesteld, maar het zal nooit hoger zijn dan € 35,00. De hoogte van het bedrag voor het schoolkamp wisselt eveneens per schooljaar en ook dit heeft te maken met de locatie. Het bedrag ligt in ieder geval tussen de € 90,00 en € 100,00.

9.7. Verzekering en sponsoring

De stichting heeft voor alle scholen een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij Verus, voorheen Besturenraad Protestants-Christelijk Onderwijs. Deze verzekering dekt schades die zijn ontstaan als gevolg van nalatig handelen van de school. Het is dus niet zo dat deze verzekering alle schades dekt die onder schooltijd ontstaan. Vaak vallen schades onder de verzekering van de ouders van een leerling. Wanneer kinderen bijvoorbeeld op heelys, skeelers, skates of rolschaatsen naar school komen, kan de school bij ongelukken niet aansprakelijk worden gesteld.

De school wordt niet gesponsord door bedrijven.

9.8. Ziek- en herstelmelding

Als uw kind ziek is, meldt u dit dan voor schooltijd telefonisch aan ons. Wij weten graag waar de kinderen zijn. Als uw kind niet kan of mag meedoen met gymnastiek, ontvangen we eveneens graag een berichtje van u. Wilt u ook een bezoekje aan de dokter of tandarts van tevoren even melden?

Om te voorkomen dat wij denken dat uw kind nog ziek is terwijl u ervan uitgaat dat het veilig op school zit, verzoeken we u vriendelijk ook even door te geven wanneer uw kind weer beter is.

9.9. Leerplicht, verlof en vrijstelling

Uw kind is leerplichtig vanaf de eerste schooldag van de maand volgend op de maand waarin uw kind de leeftijd van 5 jaar bereikt. Er kunnen zich situaties voordoen om een verzoek tot vrijstelling van schoolbezoek in te dienen. Indien dit gaat om ‘verlof wegens gewichtige omstandigheden’ kan de directie dit verlenen voor maximaal tien dagen. Gewichtige omstandigheden zijn:

  • het voldoen aan wettelijke verplichtingen
  • verhuizing, huwelijk, ernstige ziekte of overlijden van familieleden
  • ambtsjubilea van ouders/grootouders, huwelijksjubilea, e.d.
  • sociale- of medische indicatie betreffende één van de gezinsleden
  • belangrijke redenen naar het oordeel van de directie, maar geen vakantie. 

Buitengewoon vakantieverlof wordt door de leerplichtwet beperkt tot zeer uitzonderlijke gevallen. Hieronder vallen niet: lange weekenden, vakanties en andere uitstapjes.

Toestemming hiervoor kan worden gegeven indien het gaat om een gezinsvakantie die niet in de schoolvakanties opgenomen kan worden in verband met de aard van het beroep van één van de ouders/verzorgers, zoals in de agrarische sector of horeca. Ouders dienen hiervoor een werkgeversverklaring te overleggen aan de directie. Dit verlof mag voor maximaal tien schooldagen verleend worden. Voor een langere periode is een beslissing van de leerplichtambtenaar nodig.

Elk verzoek om buitengewoon vakantieverlof in de eerste twee weken van het nieuwe schooljaar moet worden afgewezen. Alle verzoeken dienen tijdig bij de directeur schriftelijk te worden ingediend. Het is in het belang van uw kind dat zij de school zoveel mogelijk bezoeken. Afwezigheid kan de leerprestaties nadelig beïnvloeden. 

Verlofaanvragen worden gedaan via de website. Voor meer informatie verwijs ik u naar het protocol schoolverzuim.

Vrijstelling

Leerlingen moeten aan alle voor hen bestemde schooldagen en activiteiten deelnemen. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan vrijstelling worden verleend en wordt de inspecteur hiervan op de hoogte gesteld.

9.10. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals goed te reageren bij
signalen. Aan de hand van vijf stappen bepalen professionals of ze een melding moeten doen bij Veilig
Thuis en of er voldoende hulp kan worden ingezet. Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht de
meldcode te gebruiken bij vermoedens van geweld en/of kindermishandeling. De meldcode ligt ter inzage op school, maar u kunt ook terecht op de website van de rijksoverheid. Bij ons op school is onze kwaliteitscoördinator de aandachtsfunctionaris, die een coördinerende rol heeft bij de uitvoering van de stappen van de meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling/huiselijk geweld. 

9.11. Infectieziekten

Scholen zijn wettelijk verplicht om in bepaalde gevallen besmettelijke ziekten te melden aan de GGD. De GGD zal na een melding onderzoeken waardoor de aandoening wordt veroorzaakt en of maatregelen genomen moeten worden om verspreiding tegen te gaan. Op deze manier kunnen uitbraken van infectieziekten vroegtijdig opgemerkt en bestreden worden. De school handelt hierbij volgens de adviezen van de GGD. Persoonsgegevens worden door de school alleen na schriftelijke toestemming van ouders/verzorgers doorgegeven aan de GGD.

9.12. Gebruik mobiele telefoons

Vanaf schooljaar 2024–2025 is het niet meer toegestaan om op school mobiele telefoons, tablets en smartwatches te gebruiken in de klas. Dat heeft minister Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) afgesproken met o.a. de PO-Raad. Op school gelden de volgende afspraken:

  • Leerlingen nemen bij voorkeur geen mobiele telefoon of smartwatch mee naar school.
  • Mocht een leerling toch een mobiele telefoon of smartwatch mee hebben naar school, dan wordt deze bij aanvang van de lessen in de eigen tas gestopt. De tas staat op de gang.
  • De leerling is zelf verantwoordelijk voor schade of verlies.
  • Mobiele telefoons en smartwatches zijn eveneens verboden op het schoolplein, bij de TSO en op kamp/schoolreis.

10. Personalia

10.1. Schooladres

CBS De Regenboog
Jacob Pauwstraat 18
3284 XH Zuid-Beijerland
Tel.: 0186-661343
E-mail: regenboog@csgdewaard.nl
https://deregenboogzb.csgdewaard.nl

10.2. Medewerkers

Directeur (interim)
Mw. M. Scholman (Marion)
m.scholman@csgdewaard.nl

Kwaliteitscoördinator
Mw. A. Kleijwegt (Anke)
a.kleijwegt@csgdewaard.nl

Onderwijzend en onderwijsassistent (OA)
Mw. L. Nijsen (Lotte)
l.nijsen@csgdewaard.nl

Mw. T. van der Jagt (Tineke)
t.vanderjagt@csgdewaard.nl

Mw. C. Bolder (Carla)
c.bolder@csgdewaard.nl

Mw. A.F. Laurens (Anne Floor)
af.laurens@csgdewaard.nl

Mw. R. Brouwer (Romy)
r.brouwer@csgdewaard.nl

Mw. M. Bijkerk (Marienke)
m.bijkerk@csgdewaard.nl

Mw. A. Kuiper (Arianne)
a.kuiper@csgdewaard.nl

Mw. I. Korteweg (Ineke)
i.korteweg@csgdewaard.nl

Mw. S. van Koten (Stacey) (OA)
s.vankoten@csgdewaard.nl

Mw. I. Nienhuis (Iris)
i.nienhuis@csgdewaard.nl

Mw. J. Overvoorde (Jet)
j.overvoorde@csgdewaard.nl

Mw. H. Biesheuvel (Heleen)
h.biesheuvel@csgdewaard.nl

Mw. M. Dekker (Mirjam)
mirjam.dekker@csgdewaard.nl

Administratief medewerker
Mw. S. Saarloos (Suzanne)
s.saarloos@csgdewaard.nl

Onderhoud gebouw
Dhr. J. Saarloos (Jan)

10.3. Ouderraad

Voorzitter
Mw. K. Sintmaartensdijk (Karin)

Secretaris
Mw. J. Groeneweg (Janine)

Penningmeester
Mw. M. Blaak (Mariska)

E-mail: or.regenboog@csgdewaard.nl

10.4. Medezeggenschapsraad

Oudergeleding
Mw. F. Weij (Femke) - voorzitter

Mw. C. Bouman (Carolijn)

Personeelsgeleding
Mw. A. Kuiper (Arianne) - secretaris

Mw. M. Dekker (Mirjam)

E-mail: mr.regenboog@csgdewaard.nl

10.5. Bank

Algemeen: NL66 RABO 0335 9478 91 t.n.v. CSG de Waard inzake Regenboog

TSO: NL68 RABO 0307 2581 65 t.n.v. CSG De Waard

Ouderbijdrage:  NL79 RABO 0160 2010 20 t.n.v. St. Ouderbijdragen

10.6. Schoolbestuur

Stichting Christelijke Scholengroep De Waard
Maseratilaan 14
3261 NA Oud-Beijerland
Tel. 0186 - 621 461
e-mail: bestuur@csgdewaard.nl